NPO - 11.05 - future

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

WELCOME

Today (Kader):  

- woordjes Unit 5

- grammatica uitleg modals (5.1, 5.4 & 5.6)

- opdracht modals

- tijd voor huiswerk/vragen

Today (Basis): 

- grammatica uitleg "future" deel 2

- opdracht future

- woordjes Unit 3+4

- tijd voor huiswerk/vragen

FUTURE

Welcome to the slides about the future.

Future

Will + hele werkwoord

Wanneer gebruik je deze vorm?

- als iets in de toekomst gaat gebeuren

Als iets niet zal gebeuren gebruik je won't, ookwel will + not

Als je will wilt afkorten gebruik je 'll, bijvoorbeeld he'll

Future

Will + hele werkwoord (will + not = won't)

I will be home soon.

Vragend?

Ontkennend? 

Future

Let op!

Als je iets aanbiedt of een voorstel doet, dan gebruik je bij I and we shall.

Shall I help you?

Shall we start tomorrow?

Future

Going to + hele werkwoord

Wanneer gebruik je deze vorm?

- als je van plan bent iets te gaan doen

Je maakt deze vorm door de verb to be (am/is/are) + going to + hele werkwoord:

I am going to work.

Future

Going to + hele werkwoord

I am going to work.

Vragend?

Ontkennend?

GET TO WORK Basis

What?

Hand-out Future

How?

Alone or in pairs

Done?

Work on homework until the teacher comes to check your answers.

WELCOME

Today (Kader):  

- woordjes Unit 5

- grammatica uitleg modals (5.1, 5.4 & 5.6)

- opdracht modals

- tijd voor huiswerk/vragen

Today (Basis): 

- grammatica uitleg "future" deel 2

- opdracht future

- woordjes Unit 3+4

- tijd voor huiswerk/vragen

Modals

Welcome to the slides about the modals.

Grammatica 5.1

must + hele werkwoord --> moeten (persoonlijke noodzaak)/ kan niet anders

I must go to the dentist.

We must visit grandma, we haven't seen her in ages!

Grammatica 5.1

mustn't (must not) + hele werkwoord --> niet moeten/mogen

I mustn't be home late. (I have to wake up early tomorrow.)

You mustn't tell peopel what to do. (something you find personally important)

Grammatica 5.4

Could + hele werkwoord --> kon / zou kunnen

Eric could run faster than anybody else.

We could go to the cinema.

Bij een beleefde vraag kun je could  of may gebruiken.

Grammatica 5.1

couldn't (could not) + hele werkwoord --> kon niet / zou niet kunnen

She couldn't make it on time.

We couldn't go to the cinema, could we?

Grammatica 5.6

Can + hele werkwoord --> mogen

Cannot (can't) + hele werkwoord --> niet mogen

Gaby can come to the party, it will be fun.

Regels:

1. People age 18 or over can vote.

2. You can't park here.

Summary

Must & musn't --> moeten & niet moeten

Could & couldn't --> kon/zou kunnen & kon niet/zou niet kunnen

Can & can't --> mogen / niet mogen

           Denk aan regels.

GET TO WORK Kader

What?

Hand-out modals

How?

Alone or in pairs

Done?

Work on homework until the teacher comes to check your answers.