What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H1 §4 Druk
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
programma
terugblik vorige les
uitleg druk
maken voorbeeld
maken sommen
huiswerk
Slide 2 - Slide
vorige les
tandwielen:
(tanden x omwentelingen)
aandrijf
=
(tanden x omwentelingen)
aangedreven
snaar:
(diameter x omwentelingen)aandrijf =
(diameter x omwentelingen)aangedreven
Bij een snaar kan de draairichting worden omgedraaid
Slide 3 - Slide
een tandwiel T1 met 50 tanden drijft via een ketting een tandwiel T2 van 100 tanden aan.
Hoeveel ronden draait T2 als T1 4 ronden draait
A
2
B
4
C
8
D
16
Slide 4 - Quiz
Par 3 Druk
Waarom loop deze persoon op deze
dingen????
Slide 5 - Slide
Zodat de
zwaartekracht
verdeeld wordt over een groter oppervlak
(en de wandelaar dus niet wegzakt in losse sneeuw maar er gewoon over heen kan lopen)
Slide 6 - Slide
Op 1 spijker staan lukt niet!
Dan moet namelijk de
zwaartekracht
van die man
(F
zw
=massa x 9,81) opgevangen worden door het oppervlakte van 1 spijker.
Bij een spijkerbed wordt dit opgevangen door alle
oppervlaktes
tezamen van ALLE spijkers....
Slide 7 - Slide
Daarom is het verstandig om te gaan liggen op ijs, als je iemand uit een wak wilt redden...
Slide 8 - Slide
Als je een
heel zwaar persoon
in het sleetje zet, kan het zijn dat je er alsnog doorheen zakt (terwijl oppervlakte gelijk blijft).
De
grootte van F
zw
is dus ook belangrijk!
Slide 9 - Slide
Of iets kapot gaat (bijv het ijs waar je op staat)
hangt dus af van:
1. WAT erop staat (de
zwaartekracht
die erop uitgeoefend wordt) 2. Hoe groot de
oppervlakte
is waar de zwaartekracht op uitgeoefend wordt.
Slide 10 - Slide
Of te wel:
Hoeveel DRUK ervaart het materiaal?
Bij te veel druk: kapot
Druk (P)
= afhankelijk van
F
zw
(F)
en
oppervlakte (A)
Slide 11 - Slide
Verband tussen druk en F
zw
Hoe groter F
zw
, hoe groter druk
(Een olifant kan tenslotte niet op dun ijs staan)
Hoe groter de kracht die uitgeoefend wordt (door middel van massa of duwen) des te groter is de druk op die plek
Slide 12 - Slide
Verband tussen druk en A
Hoe groter het oppervlakte A, hoe kleiner de druk is die het oppervlak ervaart/voelt
Hoe groter het oppervlak waarop de kracht wordt uitgeoefend (door middel van massa of duwen) des te kleiner is de druk op die plek
Slide 13 - Slide
Deze kennis samenvoegen:
Kracht
Druk = ----------
Oppervlakte
Dus: druk = kracht delen door oppervlakte
Hierbij is kracht meestal de zwaartekracht, maar kan ook drukkracht zijn.
Slide 14 - Slide
Wat zijn alle
eenheden
?
Kracht (vaak zwaartekracht)
F
met eenheid
Newton
(N)
Oppervlakte
A
met eenheid
m
2
Druk
p
met eenheid
N/m
2
(Newton per vierkante meter)
N/m
2
noemen we ook wel
Pascal
(Pa)
p=F/A
Slide 15 - Slide
Voorbeeldsommetje
m = 65 kg
A = 12 cm
2
Hoe groot de de druk?
Bereken het eerst zelf.
Let erop dat je m moet omrekenen naar Fzw
En het oppervlakte moet in m
2
Slide 16 - Slide
Stap 1:
m naar F
zw
Stap 2:
A omrekenen naar m
2
Stap 3:
formule opschrijven
Stap 4:
formule invullen
m = 65 kg dus F
zw
= 65 x 9,81 = 638 N
A = 12 cm
2
= 0,0012 m
2
Kracht 638
Druk = ---------- = -------- = 531667 N/m
2
= 531667 Pa
oppervlakte 0,0012
Slide 17 - Slide
Nu zelf doen!
Slide 18 - Slide
m = 70 kg
A = 34 dmˆ2
p = ........ Pa
A
2,06 Pa
B
205,9 Pa
C
20,2 Pa
D
2020 Pa
Slide 19 - Quiz
m = 80 kg
A = 1600 cmˆ2
p = ........ Pa
A
4905 Pa
B
0,050 Pa
C
0,49 Pa
D
500 Pa
Slide 20 - Quiz
Omzetten van de formule
Kracht
kracht
Druk
=
----------
Kracht =
druk
x
oppervlakte
Opp
= -------------
oppervlakte
druk
Ezelsbruggetje:
6
6
2
= ----------
6
=
2
x
3
3
= --------
3
2
Slide 21 - Slide
p = 125 Pa
A = 0,16 mˆ2
F = ......... N
A
20N
B
781N
C
0,0013N
D
2,04N
Slide 22 - Quiz
p = 8,9 N/mˆ2
A = 6,3 mˆ2
m = ........
A
56,1 N
B
550 kg
C
5,7 kg
D
0,14 kg
Slide 23 - Quiz
p = 78480 Pa
m = 12 kg
A =
A
667 mˆ2
B
6540 mˆ2
C
0,0015 mˆ2
D
15 cmˆ2
Slide 24 - Quiz
zelfstandig werk
Maken § 1 vragen 1-6
maken § 2 vragen 13 - 22
maken § 3 vragen 25 -34
maken § 4 vragen 38 - 48 en 50
Werk in stilte
Muziek alleen op oortjes
Vragen? Vinger omhoog of kom naar mij toe!
Slide 25 - Slide
Morgen highlights H1
proeftoets vrijdag en vragen dinsdag
woensdag 23 september toets
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Par 4 Druk
December 2022
- Lesson with
22 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H1 §4 Druk
October 2022
- Lesson with
22 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H-4 Par. 4.4 Kracht en beweging Remmen & Botsen Deel-2
March 2022
- Lesson with
29 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 1 wat is belangrijk
September 2020
- Lesson with
12 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H - 106
September 2022
- Lesson with
12 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 5: §1.5 Druk
September 2023
- Lesson with
13 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3H - 106 - Druk
September 2023
- Lesson with
19 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3. Krachten
2 days ago
- Lesson with
16 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3