LWB 10 blok 4 Tweede wereld oorlog

Waarom ging het slecht met Duitsland na de Eerste Wereldoorlog?
A
Door het Verdrag van Versailles
B
Doordat ze nog in oorlog waren met Rusland
C
Door de economische crisis
D
Omdat er een staatsgreep was gepleegd
1 / 41
next
Slide 1: Quiz
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Waarom ging het slecht met Duitsland na de Eerste Wereldoorlog?
A
Door het Verdrag van Versailles
B
Doordat ze nog in oorlog waren met Rusland
C
Door de economische crisis
D
Omdat er een staatsgreep was gepleegd

Slide 1 - Quiz

De economische crisis en het Verdag van Versailles waren een ....... van de populariteit van Hitler
A
Oorzaak
B
Gevolg
C
Aanleiding

Slide 2 - Quiz

Sleep de gebeurtenissen naar de juiste plek. 
Je begint bij de gebeurtenis die het langst geleden is.
1
2
3
4
5
De Eerste Wereldoorlog eindigt met het Verdrag van Versailles 
De economische crisis breekt uit
Hitler voert de machtigingswet door en krijgt alleen de macht in Duitsland
Hitler wordt gekozen tot Rijkskanselier
De Rijksdag in Berlijn wordt in de brand gestoken

Slide 3 - Drag question

Hitler werd in 1933 benoemd tot ...... van Duitsland
A
Koning
B
Fuhrer
C
Rijkskanselier
D
Dictator

Slide 4 - Quiz

Bij welk nazi idee past deze bron het best?
A
Een rijk, een leider
B
Nationalisme
C
Militarisme
D
Rassenleer / antisemitisme

Slide 5 - Quiz

Bij welk nazi idee past deze bron het best?
A
Een rijk, een leider
B
Nationalisme
C
Militarisme
D
Rassenleer / antisemitisme

Slide 6 - Quiz

Bij welk nazi idee past deze bron het best?
A
Een rijk, een leider
B
Nationalisme
C
Militarisme
D
Rassenleer / antisemitisme

Slide 7 - Quiz

Bij welk nazi idee past deze bron het best?
A
Een rijk, een leider
B
Nationalisme
C
Militarisme
D
Rassenleer / antisemitisme

Slide 8 - Quiz

Waardoor kon Hitler de machtigingswet doorvoeren?
A
Door het Verdrag van Versailles
B
Door de staatsgreep die hij gepleegd had
C
Doordat hij gekozen werd tot kanselier
D
Door de Rijksdagbrand

Slide 9 - Quiz

Wat hield de machtigingswet in?
A
Dat Hitler nu mocht regeren zonder parlement
B
Dat Hitler nu het hoofd was van de regering
C
Dat Hitler partijleider werd van de NSDAP
D
Dat Hitler hoofd van het leger werd

Slide 10 - Quiz


Waar staat de naam D-Day (tegenwoordig) voor?
A
Decision Day
B
Decisive Day
C
Difficult Day
D
Dark Day

Slide 11 - Quiz

Hoe wordt de overname van Oostenrijk genoemd?
A
Anschluss
B
Conferentie van Munchen
C
Oorlog
D
D-Day

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Jappenkampen
1942-1945
Kampen in Indonesië waar de vijanden van Japan werden opgesloten, zoals Nederlanders.


 

Slide 14 - Slide

Aanval op Nederland
  • Nederland was tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal.
  • 10 mei 1940: Duitsland viel Nederland aan.
  • Drie dagen lang gevechten bij de Grebbelinie.
  • 13 mei 1940: Duitsland brak door de Grebbelinie. De Nederlandse regering vlucht naar Londen.
  • 14 mei 1940: Duitsland bombardeerde Rotterdam. Het Nederlandse leger geeft zich over.

Slide 15 - Slide

Gereconstrueerde loopgraaf

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Dagelijks leven
- Politieke partijen verboden, behalve de NSB.
- Propaganda = reclame voor bepaalde politieke ideeën.
- Alleen kranten en radio die gunstig berichtten over de nazi’s mochten blijven bestaan.
- Avondklok.
- Veel spullen werden schaars.
- Nederlandse mannen moesten vanaf 1943 naar Duitsland om te werken.
- Veel schade aan gebouwen en infrastructuur.

Slide 18 - Slide

Verzetten....
Kleine groep mensen kwam in verzet tegen de Duitse bezetter. Met gevaar voor eigen leven.

Bijvoorbeeld staken als protest tegen Jodenvervolging, verbergen van onderduikers, maken van verboden kranten, vervalsen van persoonsbewijzen.

Er waren net zo veel mensen in het verzet als mensen die de Duitsers hielpen.








Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Anti- Joodse maatregelen
Anti-Joodse maatregelen: 
- Joden worden ontslagen, Joden mogen niet met het openbaar vervoer reizen en ze mogen niet in parken en theaters komen. Ze moeten de Jodenster dragen.
Hitler wilde alle Joden vermoorden. Hij bracht ze naar concentratiekampen waar ze vermoord werden of stierven van uitputting.
Holocaust of Shoah: systematische massamoord op de Joodse bevolking. Kost 6 miljoen Joden het leven

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Duitsland kreeg bij het Verdrag van Versailles alle schuld van de Tweede Wereldoorlog
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland
A
1938
B
1940
C
1939
D
1941

Slide 24 - Quiz

Met de inval in welk land begon de tweede wereldoorlog?
A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland

Slide 25 - Quiz

In welk jaartal begon de tweede wereldoorlog?
A
1939
B
1940
C
1945
D
1914

Slide 26 - Quiz

De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 27 - Quiz

Met de inval in welk land begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland

Slide 28 - Quiz

De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945

Slide 29 - Quiz

Welke drie zaken wilde Hitler bereiken met de tweede wereldoorlog bereiken?
A
Alle joden en zigeuners dood
B
Uitroeiing van alle burgers
C
Werkgelegenheid creëren
D
Een Duits rijk met een zuiver Duitse bevolking

Slide 30 - Quiz

Wat is de holocaust?
A
Andere naam voor de Tweede wereldoorlog
B
een massamoord
C
De massamoord op de Joden
D
Het discrimineren van Joden

Slide 31 - Quiz

Sleep de gebeurtenissen naar de juiste plek. 
Je begint bij de gebeurtenis die het langst geleden is.
1
2
3
4
5
De Eerste Wereldoorlog eindigt met het Verdrag van Versailles 
De crisis begint. 
De Eerste Wereldoorlog begint 
Hitler komt aan de macht en begint de Tweede Wereldoorlog.
De Tweede Wereldoorlog eindigt met de twee atoombommen in Japan. 

Slide 32 - Drag question

Nederland was tijdens de Tweede Wereldoorlog
A
Niet neutraal
B
Neutraal

Slide 33 - Quiz

Wie begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Engeland
C
Spanje
D
Duitsland

Slide 34 - Quiz


Welk land heeft nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog nooit bezet?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Polen

Slide 35 - Quiz


Duitsland heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog veel landen aangevallen, waaronder Frankrijk, Polen en de Sovjetunie.

Welke titel hoort bij de kaart van Europa?




A
bondgenoten van Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog
B
Duitsland, bondgenoten en door Duitsland bezette gebieden
C
landen die deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog
D
lidstaten van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog

Slide 36 - Quiz

Wie was de leider van Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
Napoleon Bonaparte
B
Heinrich Himmler
C
Adolf Hitler
D
Anton Mussert

Slide 37 - Quiz

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de Nederlanders opgesloten in kampen. Hoe heten deze kampen?
A
Concentratiekampen
B
Jappenkampen
C
Jappenhuizen
D
werkkampen

Slide 38 - Quiz

De bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog begon met
A
De vlucht van de regering naar Engeland
B
Het bombardement op Rotterdam
C
De Duitse inval op 10 mei 1940
D
De deporatie van Nederlandse Joden

Slide 39 - Quiz

Dit blok gaat over de Duitse bezetting en de Jodenvervolging.
Het verhaal van Anne Frank past hier goed bij, want:
A
haar vader gaf in 1947 haar dagboek uit onder de titel Het Achterhuis.
B
ze kwam in 1933 met haar ouders en haar zus naar Nederland.
C
ze stierf in maart 1945 aan een ziekte in een concentratiekamp.
D
ze was met haar familie uit Duitsland gevlucht omdat ze joden waren.

Slide 40 - Quiz

Dit is een voorbeeld van
A
Nationalisme
B
Holocaust
C
Propaganda
D
Antisemitisme

Slide 41 - Quiz