This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
M3 spelling meervouden
Slide 1 - Slide
Kies het juist gespelde woord.
A
kniën
B
Knieen
C
knieën
D
knies
Slide 2 - Quiz
Kies het juist gespelde woord.
A
pyjamas
B
pyjama's
C
pyjamaas
D
pyjamaa's
Slide 3 - Quiz
Kies het juist gespelde woord.
A
alineas
B
alinea's
C
alineaas
D
alineaen
Slide 4 - Quiz
Kies het juist gespelde woord.
A
musea
B
museas
C
musea's
D
Geen enkele vorm
Slide 5 - Quiz
Kies het juist gespelde woord
A
havikken
B
haviken
C
haviks
D
havik's
Slide 6 - Quiz
Kies het juist gespelde woord.
A
kaarsen
B
kaarzen
C
kaarszen
D
kaartsen
Slide 7 - Quiz
Kies het juist gespelde woord.
A
boters
B
boteren
C
boter's
D
Geen van alle vormen
Slide 8 - Quiz
Kies het juist gespelde woord.
A
bureau's
B
buro's
C
bureaus
D
buroos
Slide 9 - Quiz
zelfstandige naamwoorden
Slide 10 - Slide
S
- Eindigt een enkelvoudig woord op a,u,i,o,y dan komt er 's achter. - Let op, bij de "e" en overige letters komt de "s" eraan vast. Ook woorden die op meerdere klinkers eindigen, krijgen de "s" eraan vast (bureaus).
Slide 11 - Slide
ee- ie
- Het is noodzakelijk dat je luistert waar de klemtoon valt.
- Valt de klemtoon op de laatste lettergreep, dan komt er een extra "e" bij.
- Valt de klemtoon op een eerdere lettergreep, dan wordt er geen letter toegevoegd.
- Op de laatste "e" wordt een trema (ë) geplaatst.
Slide 12 - Slide
F-V S-Z
- Woorden die in het enkelvoud op een F eindigen, krijgen in het meervoud een V. - Woorden die op een S eindigen, krijgen in het meervoud een Z.
- Natuurlijk zijn er ook nog een aantal uitzonderen. De weetwoorden, leer deze goed uit je reader!
Slide 13 - Slide
ik-es-et-el
- Woorden die eindigen op "ik", "es", "et" of "el" krijgen niet altijd een dubbele medeklinker. Hierbij moeten we weer luisteren naar de klemtoon.
- Voorbeelden:
haviken
luiwammesen
engelen
Slide 14 - Slide
Latijnse woorden
- Woorden die we uit het Latijn hebben overgenomen, hebben een Latijns meervoud (en soms ook nog een Nederlands meervoud).
musea - museums
gymnasia - gymnasiums
critici
politici
Slide 15 - Slide
Opdrachten
Maak opdracht 4,5,6
Let op, bij opdracht 5 en 6 het volledige woordin je schrift noteren.
Klaar? Maak opdracht 7 Klaar? Leer de theorie van hoofdletters en meervouden