1. Wat geeft Jan cadeau aan Olinde?
b. Een trein.c. Een uitstapje/reisje naar de Keukenhof.
2. Wat is de Keukenhof?
b. Een park met bloemen.3. Wat betekent ‘het is heel druk’?
b. Er zijn veel mensen.
4. Nee,
niet waar; Nederlanders zijn geen toeristen.
5. Ja,
waar; Jan, Olinde en Danilo eten broodjes tijdens de lunch.