Thema 1 BS4 en BS5: Chromosomen en mitose

Waarschuwen
  • 1ste waarschuwing: ik markeer je naam met markeerstift
  • 2de waarschuwing: een streepje achter de naam, 
  • 3de waarschuwing 3 is strafwerk in hv, 
  • 4de is rode kaart 

  • Na de vragen is het 5 min in stilte werken (geen overleg of vragen)
  • Je gaat niet in discussie, wil je iets bespreken (met de docent) dan doe je dit na de les



1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Waarschuwen
  • 1ste waarschuwing: ik markeer je naam met markeerstift
  • 2de waarschuwing: een streepje achter de naam, 
  • 3de waarschuwing 3 is strafwerk in hv, 
  • 4de is rode kaart 

  • Na de vragen is het 5 min in stilte werken (geen overleg of vragen)
  • Je gaat niet in discussie, wil je iets bespreken (met de docent) dan doe je dit na de les



Slide 1 - Slide

Basisstof 4 en 5 Chromosomen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

chromosomen
In de celkern liggen chromosomen.

Chromosomen zijn opgebouwd uit een eiwit en DNA.

DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Enkelvoudige chromosomen
Omdat een eicel of zaadcel 23 chromosomen heeft, noem je dat enkelvoudige chromosomen. 
De 46 chromosomen in al je lichaamscellen zijn 23 paar chromosomen, je hebt bijvoorbeeld van 'chromosomenpaar 1' één chromosoom van je moeder en één van je vader gekregen. 

Slide 6 - Slide

mitose en meiose
Gewone celdeling = mitose
Celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan = meiose

Slide 7 - Slide

Mitose en meiose
Meiose:
  • Reductiedeling
  • Functie: Maken van geslachtscellen
Mitose:
  • Gewone celdeling
  • Functie: bijmaken van lichaamscellen voor groei, vervangen en herstel

Slide 8 - Slide

Kopiëren
Spiraliseren
Kerndeling
Celdeling
Plasmagroei

Slide 9 - Slide

Quiz

Slide 10 - Slide

Zet de juiste omschrijving bij het juiste begrip.
46
23
2
Zoveel exemplaren heb je van ieder gen in een lichaamscel
Zoveel chromosomen zitten in iedere lichaamscel (=autosomaal)
Zoveel chromosomen zitten in iedere geslachtscel 

Slide 11 - Drag question

Hiernaast zie je een oogcel met chromosomen van een onbekend organisme.
Hoe zien de chromosomen eruit in een darmcel van dit organisme?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Hiernaast zie je een oogcel met chromosomen van een onbekend organisme.
Hoe zien de chromosomen eruit in een zaadcel van dit organisme?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Mitose
Meiose
gewone celdeling
reductiedeling
46 --> 46 + 46
46 --> 23 + 23
resultaat is geslachtscellen
gebeurt in de meeste cellen
chromosomen verdubbelen

Slide 14 - Drag question

Waar bevindt zich DNA?
A
In je eten
B
In bacteriën
C
In een glas appelsap
D
In een houten plank

Slide 15 - Quiz

Wat is waar over een chromosomenpaar?
A
Dezelfde allelen
B
Hetzelfde DNA
C
Dezelfde genen
D
Verschillende genen

Slide 16 - Quiz

Een kever met 3 chromosomenparen maakt geslachtscellen. Hoeveel chromosomen bevat de geslachtscel?
A
3
B
6
C
3x3
D
2x3

Slide 17 - Quiz

Welke geslachtschromosomen heeft een vrouw?
A
YX
B
XY
C
YY
D
XX

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste volgorde bij de mitose?
A
spiraliseren- kopiëren- kerndeling- celdeling
B
celdeling- spiraliseren- kerndeling- kopiëren
C
kopiëren- spiraliseren- kerndeling- celdeling
D
kopiëren- kerndeling- spiraliseren- celdeling

Slide 19 - Quiz

Lichaamscellen van de mens hebben 23 chromosomenparen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Waaruit bestaat een chromosoom?
A
Alleen uit eiwit
B
Uit chromosomen
C
Alleen uit DNA
D
uit DNA en eiwit

Slide 21 - Quiz

Mitose
Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6

Slide 22 - Drag question

Zelfstandig werken
Bs 4: 1-2-4-5-6
timer
5:00

Slide 23 - Slide