Formatieve toets over 'de EU en Brexit' voor IM

Wat weet je nu over de EU en de Brexit???
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat weet je nu over de EU en de Brexit???

Slide 1 - Slide

Dit is een formatieve toets.
Er volgt een aantal dia's met een vraag. Op de daarop volgende dia kun je het antwoord kiezen dat volgens jou het beste is.

Lees goed!
Succes!!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide


A
Na de Eerste Wereldoorlog
B
Na de Tweede Wereldoorlog
C
Na de Koude Oorlog

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Op 23 febr. 2021 bestaat de EU uit
.......... lidstaten
A
18
B
24
C
27
D
32

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide


A
Duitse Bondsrepubliek
B
Groot Brittannië
C
Italië
D
Luxemburg

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide


A
1945
B
1946
C
1951
D
1957

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide


A
In een instabiele wereld is de inbedding van Nederland in een Europese samenwerking van groot belang
B
Ik ben een groot tegenstander van de Europese Unie en ik wil het liefst dat wij als Nederland ook gewoon soeverein zijn.
C
Samenwerking in de Europese Unie zorgt voor stabiliteit, veiligheid en welvaart

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide


A
De meeste Nederlanders willen dat Nederland uit de Europese Unie stapt.
B
De meeste Nederlanders willen dat de Europese Unie meer zeggenschap krijgt.
C
De meeste Nederlanders zijn gematigd en zien zowel de voordelen als de nadelen van de EU.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide


A
Een Europees leger
B
Vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal
C
Een grondslag van solidariteit
D
Europese klimaatdoelen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide


A
Elke 3 jaar
B
Elke 4 jaar
C
Elke 5 jaar
D
Elke 10 jaar

Slide 18 - Quiz

Een vraag over 'de tijdlijn':
Er volgt zo meteen een sleepvraag:
Zet de gebeurtenissen in de juiste, chronologische volgorde
(dus sleep de gebeurtenis die als eerste plaatsvond, naar plaats 1)

Slide 19 - Slide

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG)
Oprichting van de Europese Unie (EU)
Oprichting van de Europese Gemeenschap (EG)
Oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS)

Slide 20 - Drag question

Twee stellingen:
1. Een belangrijk doel van de EEG was: 'de opheffing van de handelsbelemmeringen tussen Europese landen'.
2. Dankzij de EEG groeide de handel tussen de lidstaten sterk en nam de welvaart toe.
A
1 en 2 zijn juist
B
1 en 2 zijn onjuist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist

Slide 21 - Quiz

Twee stellingen:
1. De Brit Winston Churchill kwam na WOII met het idee om 'De Unie van Europa' op te richten.
2. De Britten mogen aanvankelijk geen lid van de EEG worden, omdat hun economie niet goed draaide.
A
1 en 2 zijn juist
B
1 en 2 zijn onjuist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist

Slide 22 - Quiz

In welk jaar wordt het Verenigd Koninkrijk lid van de EEG?
A
1957
B
1973
C
1981
D
1986

Slide 23 - Quiz

In welk jaar stemde een meerderheid van het Verenigd Koninkrijk om uit de EU te stappen?
A
2015
B
2016
C
2017
D
2018

Slide 24 - Quiz

Welk lid van het Verenigd Koninkrijk wil bij de EU blijven en dreigt uit het VK te stappen?
A
Engeland
B
Noord-Ierland
C
Schotland
D
Wales

Slide 25 - Quiz

"Take Back Control" was de leus van de Brexiteers.
Waarover wilden ze weer controle?
1: over hun munt
2: over hun wetten
3: over immigranten

A
1, 2 en 3
B
1 en 2
C
1 en 3
D
2 en 3

Slide 26 - Quiz

De Formatieve Toets is klaar!!!
Nu volgen er nog enkele vragen over de opdrachten over dit onderwerp

Slide 27 - Slide

Ik vond het onderwerp 'EU en Brexit' interessant.
helemaal mee eens
eens
neutraal
niet mee eens
totaal niet mee eens

Slide 28 - Poll

Ik vond het leuk om zelfstandig aan de opdrachten te werken
helemaal mee eens
eens
neutraal
niet mee eens
totaal niet mee eens

Slide 29 - Poll

Welk oordeel geef je jezelf over jouw inzet bij deze opdrachten?
onvoldoende
twijfel
voldoende
goed

Slide 30 - Poll

Welk oordeel geef je jezelf over het eindresultaat (dus over hoe je de opdrachten uiteindelijk hebt gemaakt)?
onvoldoende
twijfel
voldoende
goed

Slide 31 - Poll

Geef hier een toelichting bij jouw oordelen over jouw inzet en het eindresultaat:

Slide 32 - Open question