This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom
Telefoon in de telefoontas
Spullen op tafel
Maak de startopdracht
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Voorkennis
Slide 2 - Slide
Yalou heeft op 16 maart een tegoed op haar bankrekening van € 32,45. Op 17 maart ontvangt zij via de bank € 389,54 en betaalt zij € 647,18. Bereken het nieuwe saldo na 17 maart.
Slide 3 - Open question
Leerdoelen
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Ik kan het saldo op een bankrekening berekenen en aangeven of er sprake is van een debetsaldo of creditsaldo.
Op zijn vorige afschrift had Jan een creditsaldo van € 2.682.
Wat is het nieuwe creditsaldo van Jan op 4 oktober?
19-09
Abonnementskosten sportschool
€ 40
21-09
Opname bij geldautomaat
€ 400
25-09
Salaris ontvangen
€ 2.868
27-09
Contactloze betaling snackbar
€ 15
Slide 9 - Slide
Positief saldo
Negatief saldo
Debetsaldo
Tekort
Creditsaldo
Tegoed
Rood staan
Slide 10 - Drag question
Esmee heeft een debetsaldo van € 50 op haar rekening. Zij koopt kleding voor € 175 die zij met de pinpas betaalt. Zij haalt € 100 uit de geldautomaat en een broodje van € 3 betaalt zij contant. Wat is haar nieuwe saldo?
Slide 11 - Open question
Maak de uitgedeelde vragen.
Slide 12 - Open question
Toepassen
Slide 13 - Slide
Toepassen
Pak je studiewijzer en maak de opdrachten. Kijkna en verbeter je fouten.
Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten als je klaar bent.
timer
20:00
Slide 14 - Slide
Afsluiting
Slide 15 - Slide
Job heeft een creditsaldo van € 10 op zijn rekening. Hij koopt een spijkerbroek voor € 55 die hij met de pinpas betaalt. Hij haalt € 70 uit de geldautomaat en een zak drop van € 2,25 betaalt hij contant. Hoe groot is het debetsaldo op zijn rekening na verwerking van deze transacties?