Quiz

Chromosomen
Wisbordjes
  • Teken één chromosoom (gespiraliseerd)
  • Teken één chromosomenpaar
  • Teken twee chromosomen
  • Teken twee chromosomenparen
  • Teken één cel met celkern en drie chromosomenparen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Chromosomen
Wisbordjes
  • Teken één chromosoom (gespiraliseerd)
  • Teken één chromosomenpaar
  • Teken twee chromosomen
  • Teken twee chromosomenparen
  • Teken één cel met celkern en drie chromosomenparen

Slide 1 - Slide

Mitose
.
.
.
.
.
.
  • 3 - 6 - 8 - 1 - 5 - 7 - 4 - 2 

Slide 2 - Slide

Mitose






Celdeling of kerndeling? 

Slide 3 - Slide

Welk hormoon wordt met 2 aangegeven?
A
LH
B
FSH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 4 - Quiz

Hiernaast is de hormonale regeling van de voortplanting bij de vrouw schematisch weergegeven. De pijlen geven een stimulerende of een remmende invloed weer.
In welk van de volgende organen wordt hormoon C gemaakt?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Testes
D
Hypofyse

Slide 5 - Quiz

Wat wordt bedoeld met: een cel is 2n?
A
De cel heeft chromosomen met twee chromatiden
B
De cel heeft twee chromosomen.
C
De cel heeft n paren chromosomen
D
De cel heeft twee paar chromosomen.

Slide 6 - Quiz

Welk hormoon wordt met 3 aangegeven?
A
LH
B
FSH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 7 - Quiz

Welk kenmerk is een primaire geslachtskenmerk bij de man?
A
Penis
B
Borsthaar
C
Schaamhaar
D
Baard in de keel

Slide 8 - Quiz

Hoeveel chromosomen zijn er aanwezig in een lever cel?
A
46
B
23
C
48
D
10000

Slide 9 - Quiz

Tijdens welke fase splitsen de chromosomen paren en word de cel daarmee haploid?
A
mitose
B
meiose 1
C
meiose 2
D
Interfase

Slide 10 - Quiz

Welke hormoon of welke hormonen worden in dit orgaan gemaakt?
A
Progesteron
B
FSH en LH
C
Testosteron
D
FSH

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Welk type celdeling zag je in de video?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 13 - Quiz

Zet in de goede volgorde

Slide 14 - Drag question

Tijdens de embryonale ontwikkeling vinden klievingen plaats.
Waar vinden de eerste klievingen bij de mens plaats? Wordt het embryo door deze klievingen duidelijk groter?
A
Klievingen vinden plaats in de eileider en het embryo wordt niet groter.
B
Klievingen vinden plaats in de baarmoeder en het embryo wordt groter.
C
Klievingen vinden plaats in de eileider en het embryo wordt groter.
D
Klievingen vinden plaats in de baarmoeder en het embryo wordt niet groter.

Slide 15 - Quiz

Hiernaast is de hormonale regeling van de voortplanting bij de vrouw schematisch weergegeven. De pijlen geven een stimulerende of een remmende invloed weer.
Welk van de pijlen 5 t/m 7 geeft of welke pijlen geven een remmende werking weer?
A
allemaal
B
6 en 7
C
5 en 6
D
geen

Slide 16 - Quiz

Welk van onderstaande cellen is haploid?
A
Stuifmeelkorrels
B
Bloemzaadjes
C
Spermacellen
D
Huidcellen

Slide 17 - Quiz