Proef so vok 1-11 + gramm ww

Vertaal: planen
A
plannen
B
vliegtuigen
C
pannen
D
planten
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vertaal: planen
A
plannen
B
vliegtuigen
C
pannen
D
planten

Slide 1 - Quiz

Vertaal: nie
A
niet
B
nee
C
nooit
D
niets

Slide 2 - Quiz

Vertaal: benutzen
A
nodig hebben
B
gebruiken
C
benutten

Slide 3 - Quiz

Vertaal: fast
A
bijna
B
vast
C
snel

Slide 4 - Quiz

Vertaal: gleich
A
gelijk
B
zo
C
meteen
D
hetzelfde

Slide 5 - Quiz

Vertaal: de koelkast

Slide 6 - Open question

Vertaal: bovendien

Slide 7 - Open question

Vertaal: de dorpen

Slide 8 - Open question

Vertaal: het spijt me

Slide 9 - Open question

Vertaal: bij het verkeerslicht

Slide 10 - Open question

Vertaal de zin: De reizigers reizen met de tram.

Slide 11 - Open question

Vertaal de zin: De meisjes stappen op woensdag over, omdat de automobilist in het midden zit.

Slide 12 - Open question

Richtig oder falsch: wir angelen
A
Richtig
B
Falsch

Slide 13 - Quiz

Richtig oder falsch: Maria redet
A
Richtig
B
falsch

Slide 14 - Quiz

Richtig oder falsch: Max werdet
A
richtig
B
falsch

Slide 15 - Quiz

Vertaal: jij hebt

Slide 16 - Open question

Vertaal: U heeft gehad

Slide 17 - Open question

Vertaal: Het openbaar vervoer is slecht.

Slide 18 - Open question

Vertaal: De broer antwoordt de dochter.

Slide 19 - Open question

Vertaal: Wat is er gebeurd? De fietser woont dus in de stad.

Slide 20 - Open question

Richtig oder falsch: Wann kommst er in Berlin an?
A
richtig
B
falsch

Slide 21 - Quiz

Richtig oder falsch: Hier kaufen meine Töchter immer Brot.
A
richtig
B
falsch

Slide 22 - Quiz

Richtig oder falsch: Das merken ihr doch nicht!
A
richtig
B
falsch

Slide 23 - Quiz

Richtig oder falsch: Woher kommt Sie eigentlich, Frau Bartman?
A
richtig
B
falsch

Slide 24 - Quiz

Richtig oder falsch: Ihr beantwort meine Frage nicht!
A
richtig
B
falsch

Slide 25 - Quiz