Aan het einde van deze les
1) Kun je beschrijven hoe geld is ontstaan;
2) Kun je voorbeelden geven en herkennen van directe- en indirecte ruil;
3) Kun je beschrijven hoe je kunt betalen met contant geld en met geld op je bankrekening (giraal geld);
4) Kan je het nieuwe saldo van je bankrekening uitrekenen.