Samenvatting H3

• nask
• Voortgezet speciaal onderwijs

Vandaag

- herhaling H3

- maken slimoefenen 3.5

- toets H3 10 februari

Noem 2 eigenschappen van glas

Wat is het verschil tussen een stofeigenschap en een voorwerpeigenschap

De eenheid van dichtheid is

1. cm^3
2. g
3. g/cm^3
4. massa

Wat is de volume van deze sleutel?

1. 23
2. 3
3. 21
4. 2

Je hebt een sleutel met volume 2cm^3 en massa van 13 gram wat is de dichtheid van de sleutel?

massa	13	?
volume	2	1

Je hebt een sleutel met volume 2cm^3 en massa van 13 gram wat is de dichtheid van de sleutel?

1. 6,5 g/cm^3
2. 2 g/cm^3
3. 13,2 g/cm^3
4. 13 g/cm^3

Hoe noem je deze plaatjes?

Welke 3 fase overgangen heb je?

1. Vloeibaar, vast en hard
2. Vloeibaar, ijs en gas
3. Vloeibaar, vast en gas
4. Water, ijs en gas

Sleep de juiste woorden bij elkaar.

Vast

Vloeibaar

Gas

ijs

Water

Water gas

De fase overgang van vloeibaar naar gas heet

1. Smelten
2. Verdampen
3. Stollen
4. Condenseren

De fase overgang van vloeibaar naar vast heet

1. Smelten
2. Verdampen
3. Stollen
4. Condenseren

De fase overgang van gas naar vloeibaar heet

1. Smelten
2. Verdampen
3. Stollen
4. Condenseren

De fase overgang van vast naar vloeibaar heet

1. Smelten
2. Verdampen
3. Stollen
4. Condenseren

Temperatuurlijnen

- 100 graden is het kookpunt van water

0 graden is het smeltpunt van water

Een mengsel bestaat uit

1. geen stoffen
2. 1 stof
3. 2 stoffen
4. 2 of meerdere stoffen

Wat voor mengsel zie je in het plaatje

1. Oplossing
2. Suspensie

Hoe herken je een suspensie

1. Aan de kleur
2. Door troebel
3. Het is helder
4. het is vloeibaar

Sleep de juiste woorden bij filtreren of indampen

Filtreren 

Indampen

oplossing

suspensie

filtraat

indampschaal

residu

Nog vragen?

De volgende les

- maken slimoefenen 3.5

- Toets H3