Leerstijlen

• Mentorles
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Mentorles 28 oktober

- Toetsweek: Weet je wat je voor ieder vak moet leren?

- Tutor/bijles nodig?

- Vervolg startgesprekken

- Andere vragen?

- Mentorles: Leerstijlen

Dinsdag 1 november,

tussenuur (4de uur),

lokaal 216:

11:00 – Yvar de Jong

11:10 – Wesley Idzenga

11:20 – Leandra Carvalho

11:30 – Ilya Nauta

Vrijdag 18 november,

mentoruur, lokaal 203:

10:15 – Fedde Verhoef

10:25 – Jelmer Hoeksma

10:35 – Rein-Jan Mulder

10:45 – Roan Boersma

Welkom!

Bij de les over leerstijlen.

Wat ga je vandaag doen?

• Je leert wat "leren" is.
• Je leert welke verschillende leerstijlen er zijn.
• Je gaat een test doen om te zien wat jouw leerstijl is.

Hoe leer ik?

Laten we eerst eens nadenken

• Wat is leren eigenlijk?
• Welke dingen heb jij in je leven zoal al geleerd?
• Welke situaties heb je veel van geleerd:
  school? je familie? je vrienden? je bijbaantje?
  
  

Leren kan op verschillende manieren

Actief = in actie

Reflectief = in je hoofd

Concreet = in het echt

Abstract = in theorie

Doener

tussen actief (doen) en concreet (voelen)

De doeners blinken uit in het zich onmiddellijk aanpassen aan nieuwe situaties en zijn gericht op het opdoen van nieuwe ervaringen. Kenmerken:

• Uitvoeren van plannen en experimenten
• Experimenteren met nieuwe dingen waarbij kansen worden gezocht en risico’s genomen
• Interesse is bij de doener vaak intuïtief en gericht op actie & invloed
• Makkelijk omgaan met mensen en soms ongeduldig

Leervoorkeur = actief ervaren van situaties

Verkenner (dromer)

tussen concreet (voelen) en reflectief (kijken)

De dromers blinken uit in hun grote voorstellingsvermogen en het bedenken van nieuwe ideeën. Kenmerken:

• Grote verbeeldingskracht
• Kunnen vanuit verschillende 'brillen' kijken in een concrete situatie
• Vaak interesse voor persoonlijke aspecten; emotie 
•  Creatief & fantasie

Leervoorkeur = waarnemen (kijken) & denken (analyseren)

 

Denker

tussen reflectief (kijken) en abstract (denken)

De denkers blinken uit in het analytisch vermogen. Kenmerken:

•  Krachtig analytische vermogen; redeneren logisch
•  Gericht op informatie, feiten en begrippen die nodig zijn om een  onderwerp te begrijpen. Daarbij zoekend naar logische samenhang en een intellectuele uitdaging. 
• Minder gericht op praktisch gebruik van de theorie

Leervoorkeur = waarnemen (kijken) & denken (analyseren) 

Toetser (beslisser)

tussen abstract (denken) en actief (doen)

De beslissers blinken uit in situaties waar één antwoord of oplossing nodig is om kwesties op te lossen. Kenmerken:

• Praktische vertaling maken van ideeën; van de theorie in de praktijk
• Probleemoplossend denken en gericht op oplossingen
• Gericht op één oplossing voor één probleem
• Regelen soms liever zaken zonder mensen dan met mensen
• Hebben het lef om nieuwe wegen in te slaan
  

Leervoorkeur = Toepassen & beslissen 

Welke leerstijl herken jij jezelf het meeste in?

1. Doener
2. Verkenner (dromer)
3. Denker
4. Toetser (beslisser)

Leren kan op verschillende manieren

Actief = in actie

Reflectief = in je hoofd

Concreet = in het echt

Abstract = in theorie

Opdracht: 

Doe de leerstijlen-test

Volg de instructies bij de test. Vraag de mentor als je iets niet snapt. Zodra je weet welke voorkeur-leerstijl er bij jou uitkomt lees je de tekst over die leerstijl op de achterste bladzijden. 

Je hebt 15 minuten de tijd. Als je klaar bent lever je de test in bij de mentor. Eerder klaar? Dan mag je gaan leren voor de toetsweek. 

Welke leerstijl kwam uit de leerstijlen test?

1. Doener
2. Verkenner (dromer)
3. Denker
4. Toetser (beslisser)