Contact 2! H1

A1-A2 profiel hoog -  Contact! 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

A1-A2 profiel hoog -  Contact! 2

Slide 1 - Slide

- kennismaken met elkaar door interview in tweetallen
- herhalen lesstof 0-A1  * woordenschat
                                            * comparatief
                                            * preposities
                                            * pronomen personale en possessief
- Start H1  Zeg maar jij, hoor!
                                            * Wanneer mag je tutoyeren?
                                            * uitspraak u,e,ij
                                           




Maandag

Slide 2 - Slide

Elkaar beter leren kennen 
- Je krijgt een blaadje met daarop 9 interview vragen
- Op de achterkant van je blaadje staat een letter
- Zoek de persoon die dezelfde letter op zijn/haar blaadje heeft staan
- Interview elkaar en schrijf de antwoorden op

Slide 3 - Slide

Elkaar beter leren kennen 
Vertel over de persoon die je net geïnterviewd hebt:

1. Hij/zij heet ...
2. Hij/zij is ... jaar
3. Hij/zij komt uit ...
4. Zijn/haar moedertaal is ...
5. Hij /zij is ...
6. Hij/zij heeft ... kinderen
7. Hij/ zij werkt als ../ in...
8. Zijn/ haar hobby's zijn ...
9. Hij/ zij vindt ... wel/niet leuk


Slide 4 - Slide

Weet je nog hoe al dit lekkers in het Nederlands heet?
https://www.digipuzzle.net/minigames/beehive/beehive_food_nl_eduspel.htm

Slide 5 - Slide

Herhaling :
Gebruik de comparatief

Slide 6 - Slide

Ken je deze woorden nog?

Slide 7 - Slide

Herhaling preposities
Kijk naar (een deel) het filmpje en 
1. schrijf alle preposities op die je hoort.
2. Wat is een vlaflip?



antwoorden
op, voor, naar, om, naast, aan, in, onder, tot, over, achter
Vlaflip: yoghurt+vanillevla+siroop

Slide 8 - Slide

A1-A2 profiel hoog -  Contact! 2
We spelen de quiz op wordwall:
https://wordwall.net/nl/resource/39075763/inburgering-a2-les-20-21-werkwoorden-met-een-voorzetsel
https://wordwall.net/nl/resource/2840218/werkwoorden-met-vaste-preposities
Herhalen preposities

Slide 9 - Slide

  Ken je deze woorden nog?
Je krijgt 30 seconden om naar alle plaatjes te kijken.
Daarna schrijf je in tweetallen alle woorden op die je weet.

Slide 10 - Slide

Herhaling  Pronomen personale en possesief
pronomen personale subject 
ik - je/jij - u - hij -  ze/zij - het - we/wij - jullie - ze/zij

possesief pronomen
mijn - je/jouw - uw - zijn - haar - zijn - ons/onze - jullie - hun
                                                (ons: het woorden, onze: de woorden)
Wat past op het gaatje?
1. Ik heb een zoon. _____ zoon heet Adil.
2. Ik heb een zoon. ______ heet Adil.
3. Mijn oom is alleen. _____ vrouw is overleden.
4. Dit zijn mijn buren. _____ kinderen heten Thomas en Gaby.
5. Mijn oma houdt veel van _____ kleinkinderen.
6. Dit is Sofia. ____ haar is blond.

Slide 11 - Slide

Herhaling lichaamsdelen benoemen
Rondje door de klas: 
Wat is dit?
Dit is je elleboog.
etc. 

Slide 12 - Slide

A1-A2 profiel hoog -  Contact! 2
H1  Zeg maar jij, hoor!
We bekijken blz. 9 en kijken naar een filmpje over een onderwerp waar Nederlanders graag over praten 

-> Is er in jouw moedertaal een verschil tussen jij en u?
we lezen de tips over tutoyeren in het werkboek blz. 5

Slide 13 - Slide

A1-A2 profiel hoog -  Contact! 2
H1  Zeg maar jij, hoor!
We maken luister- en uitspraakopdrachten 1, 2 en 3, bladzijde 10/11

Slide 14 - Slide

A1-A2 profiel hoog -  Contact! 2
H1  Zeg maar jij, hoor!
- Opdracht 4 eerst maken en dan luisteren
- Opdracht 5 doen we mondeling



                tutoyeren = jij zeggen

Slide 15 - Slide

- terugblik vorige les 
- kennismakingsbingo
- oefenen verstaan van klinkers (o, oo, oe, a, aa, u, ui, e, ee,i, ie)
- Vervolg H1  Zeg maar jij, hoor!
                                            * verba: hangen, liggen, zitten, staan
                                            * preposities, verwijswoorden
                                            * gesprekken voeren (let op gebruik jij/u)
- Quiz "wie kent NL het beste?
- journaal in makkelijke taal van gisteren





Donderdag

Slide 16 - Slide

We spelen kenningsmakingsbingo
- je krijgt een bingokaart

- loop rond en stel een vraag aan een medecursist. Is het antwoord "ja", dan schrijf je zijn/haar naam in het vakje

- in elk vakje moet een andere naam komen te staan

- wie heeft het eerste de kaart vol?

Slide 17 - Slide

Hoe goed versta jij de klinkers?
Ik lees 10 woorden voor

Schrijf steeds het getal op dat bij het woord hoort

Welk telefoonnummer heb ik genoemd?

Slide 18 - Slide

H1 Zeg maar jij, hoor!
We kijken eerst naar het filmpje en maken daarna opdracht 6.

Het filmpje is Vlaams (uit België).
Kun je dat horen?

Slide 19 - Slide

H1 Zeg maar jij, hoor!
We maken opdracht 7 tot en met 12

Slide 20 - Slide

Een gesprek voeren:
           "Pardon, mag ik u iets vragen?"
-Jullie werken in 3-tallen
- Jullie krijgen een werkblad
- cursist A en B kijken naar de plaatjes en voeren een gesprek. Gebruik de juiste aanspreekvorm (jij/u)
- Cursist C observeert en controleert

We doen 3 rondes, wissel elke keer van rol

Slide 21 - Slide

Quiz: wie kent NL het beste?


https://www.lessonup.com/nl/lesson/yWRPEucBxYwKZX6oD?utm_source=app&utm_campaign=shared-lesson-app&utm_content=1732186195998&utm_medium=shared-link

Slide 22 - Slide

journaal in makkelijke taal van 20/11/2024

Slide 23 - Slide

Filmpje tutoyeren (= jij zeggen) in NL

Slide 24 - Slide

Huiswerk: 
Maken de opdrachten uit het werkboek H1
inleveren: schrijfopdracht 11 (bladzijde 12)

Slide 25 - Slide