Stellingen

Nederlands 3F
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 3F

Slide 1 - Slide

Stellingen

Slide 2 - Slide

Opdracht: Kies een stelling die je wilt verdedigen
Je bedenkt twee argumenten vóór de stelling en twee argumenten tegen de stelling.
Maak een presentatie:
1. inleiding: waarom heb je deze stelling gekozen
2. kern: wat zijn de argumenten
3. slot: conclusie, samenvatting, aanbeveling
Geef de gelegenheid om vragen te stellen

Slide 3 - Slide

Het ontwikkelen van een stelling
Een stelling bestaat uit één zin en is kort en krachtig. ...
Een stelling is nooit een vraag. ...
Een stelling bevat geen argumenten. ...
De stelling moet gaan over iets waar zowel voor- als tegenstanders argumenten voor kunnen bedenken. ...
Een stelling bevat geen ontkenningen

Slide 4 - Slide

Tips bij het maken van een stelling
  1. De stelling is controversieel (binnen de doelgroep)
  2. Een stelling bevat geen ontkenningen.
  3. De stelling is absoluut geformuleerd.
  4. De stelling is eenduidig.
  5. De stelling is een verandering van de huidige situatie.
  6. Een stelling bevat geen argumenten.
  7. Een stelling bestaat uit één zin en is kort en krachtig. 
Criteriablad stellingen uitdelen

Slide 5 - Slide

Stelling en argument
Stelling: mening die verwoord is in één zin
Argument: onderbouwing van de stelling

Slide 6 - Slide

een stelling
* Een stelling is een bewering die je doet over iets.

*Je kan het met de stelling eens of oneens zijn.

*Iemand anders kan er een andere mening over hebben.

Slide 7 - Slide

Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden.

Slide 8 - Slide

De overheid moet de prijs van fastfood verhogen.

Slide 9 - Slide

De politie moet voor 50% uit vrouwen bestaan.

Slide 10 - Slide

Docenten kunnen discussies over gevoelige onderwerpen zoals geloof beter vermijden in de les.

Slide 11 - Slide

Alle doping in de sport moet legaal worden.

Slide 12 - Slide

Opdracht
Ga bezig met een stelling
Einde van les heb je een stelling geformuleerd

Slide 13 - Slide