3T oefentoets Test 2

1 / 43
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

3T
Gebruik deze LessonUp om voor te bereiden en te leren voor de toets

Vocabulary - Theme words Chapter 2 & Chapter 3
Leer Nederlands-Engels én Engels-Nederlands.

Grammar - Past Simple, Past Continuous, In/On/At
Zie voor uitleg je aantekeningen en eerdere LessonUps.

Slide 2 - Slide

to evacuate
victim
suspect
intruder
fancy
radiation
evacueren
slachtoffer
straling
indringer
verdachte
luxe

Slide 3 - Drag question

Do you know how to ... (bedienen) this crane?
A
create
B
produce
C
operate
D
expect

Slide 4 - Quiz

Which picture shows a device?
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Police officers always have a pair of ... (handboeien) to detain suspects.
A
fine
B
handcuffs
C
burglary
D
armed

Slide 6 - Quiz

Which picture shows a robbery?
A
B
C
D

Slide 7 - Quiz

Welk woord betekent: getuige?
A
proof
B
to testify
C
violent
D
witness

Slide 8 - Quiz

Which picture shows a trial?
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

They caught the bad guys ... (uiteindelijk). But it took a while!
A
unlikely
B
likely
C
eventually
D
immediately

Slide 10 - Quiz

Which picture shows a suspect?
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

There always                   a possibility of winning the lottery.
I simply cannot                   my life without my dog, Dogger!
Scientist have been trying to                    a new type of medicine to cure all cancers.
...
...
...
imagine
create
exists

Slide 12 - Drag question

I have been under a lot of                    lately. It's hard.
The man was very                   when he was told he should put his phone away. What a jerk!
That lady just had her trial. She is waiting for her 
...
...
...
sentence
pressure
aggressive

Slide 13 - Drag question

paramedics
crime scene
victim
lawyer
to scam
to alert
plaats delict
oplichten
hulp-verleners
advocaat
slachtoffer
alarmeren

Slide 14 - Drag question

Vertaal naar het Engels
onderzoeken

Slide 15 - Open question

Vertaal naar het Engels
winkeldiefstal

Slide 16 - Open question

Vertaal naar het Engels
toeschouwer

Slide 17 - Open question

Vertaal naar het Engels
straf

Slide 18 - Open question

Vertaal naar het Engels
overvaller

Slide 19 - Open question

Vertaal naar het Engels
rechter

Slide 20 - Open question

Vertaal naar het Engels
beschermen

Slide 21 - Open question

Past Simple
Verleden tijd

Slide 22 - Slide

Hoe maak je deze?

Slide 23 - Open question

Je gebruikt de Past Simple als je het over iets hebt wat in het verleden gebeurd is.
  

He watched a film on the television.

Slide 24 - Slide


Meestal kun je gewoon -ed achter het werkwoord zetten. Soms niet. Dan is het dus een onregelmatig werkwoord. Dan gebruik je het tweede rijtje.

He shot a funny film.
They bought a lovely dress.
We had a good time.

Slide 25 - Slide

Maak hiervan de Past Simple:
walk

Slide 26 - Open question

Maak hiervan de Past Simple:
work

Slide 27 - Open question

Maak hiervan de Past Simple:
catch

Slide 28 - Open question

Maak hiervan de Past Simple:
make

Slide 29 - Open question

Maak hiervan de Past Simple:
have

Slide 30 - Open question

Maak hiervan de Past Simple:
to be

Slide 31 - Open question

My friends had a secret hide-out place.
This hilarious comedy ... shot in Los Angeles in 1990.
She was so funny! She ... so many jokes tonight.
Jackson ... all the way from home today.
was
walked
made
had

Slide 32 - Drag question

Past Continuous
Wat weet je hier nog van?

Slide 33 - Slide

Hoe maak je de Past Continuous?

Slide 34 - Open question

Wanneer gebruik je de
Past Continuous?

Slide 35 - Open question

was/were + ww + ing
Je gebruikt de Past Continuous dus om aan te geven dat iets in het verleden langer duurde óf om volgorde aan te geven.

We were watching a movie when Sarah walked in.
Jack was running to school when he tripped.

De Past Continuous is dus alijd hetgeen wat al aan de gang was.

Slide 36 - Slide

Lisa ... a very nice picture.
A
painted
B
was painting

Slide 37 - Quiz

I ... to school every day.
A
went
B
was going

Slide 38 - Quiz

Noah ... a lovely song when the radio played.
A
sang
B
was singing

Slide 39 - Quiz

You ... something about Luke before I walked in.
A
said
B
were saying

Slide 40 - Quiz

Verder oefenen met
de verleden tijd



Opdrachten onderaan pagina.
Klik op mij!

Slide 41 - Slide

Of liever oefenen met In/On/At?



Opdrachten onderaan pagina.
Klik op mij!
Of op mij!

Slide 42 - Slide

How did you do on this practise test?
Woordjes gingen goed. Grammatica minder
Grammatica ging goed. Woordjes minder
Woordjes en grammatica gingen goed!
Woordjes en grammatica gingen slecht

Slide 43 - Poll