This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H4: economische wereldcrisis
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Je kunt de oorzaken, gevolgen en oplossing van de economische crisis in een cyclus neerzetten.
Slide 2 - Slide
Wat zijn de vier kenmerken van het fascisme?
Slide 3 - Open question
Wat is een aandeel?
Slide 4 - Open question
Wat is een consumptiemaatschappij?
Slide 5 - Open question
Oorzaak gevolg werkblad
Slide 6 - Slide
Wat kan hier mis gaan?
Bedrijven gaan meer produceren
Er is meer betaald werk in de bedrijven
Arbeiders hebben meer geld om producten te kopen
Slide 7 - Slide
Wat kan hier mis gaan?
Bedrijven gaan minder produceren
Er is minder betaald werk in de bedrijven
Arbeiders hebben minder geld om producten te kopen
Slide 8 - Slide
De crisis breekt uit
In 1929 stopte de groei van de Amerikaanse economie. Bedrijven (en dus aandelen) maakten minder winst.
Slide 9 - Slide
Aandelen
Iedereen wilde van hun aandelen af, waardoor deze binnen één dag niks meer waard waren.
Slide 10 - Slide
De beurscrash
Bedrijven waren ineens al hun geld kwijt en gingen failliet. Hierdoor werden mensen werkeloos en konden ze geen producten kopen, waardoor nog meer bedrijven failliet gingen.
Slide 11 - Slide
Economische crisis
De Amerikaanse regering deed eerst zo min mogelijk, ze dachten dat de economie zou herstellen.
De problemen groeiden uit tot een economische crisis:
een periode waarin het langer slecht gaat met de economie
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Hoe kun je dit oplossen?
Slide 16 - Slide
De New Deal
Franklin Roosevelt wordt president van de VS. Hij gaat mensen aan het werk helpen door grote bouwprojecten te beginnen.
Slide 17 - Slide
Huiswerk
Werk rustig aan:
H4.1: opgave 1-4
Eerder klaar?
H3.3: opgave 12
Slide 18 - Slide
H3.4: Wereldcrisis
Slide 19 - Slide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen hoe de "wereldcrisis" ontstond
Je kunt gevolgen van de wereldcrisis uit Nederland en Duitsland benoemen.
Slide 20 - Slide
Wat zijn de vier punten uit het verdrag van Versailles?
Slide 21 - Open question
Leg uit hoe het failliet gaan van één bedrijf gevolgen had voor meerdere bedrijven.
Slide 22 - Open question
Wat deed Franklin Roosevelt om de VS uit de crisis te helpen?
Slide 23 - Open question
Wereldcrisis
Door de crisis in de VS nam de wereldhandel sterk af.
Hierdoor gingen wereldwijd bedrijven failliet en liep de situatie in de jaren 1930 uit tot een wereldcrisis.
Slide 24 - Slide
Nederland
Door de verminderde handel was er minder werk in de scheepvaart en havens.
Bedrijven gingen failliet en 1 op de 4 mensen verloren hun werk.
Slide 25 - Slide
Duitsland
Werkeloosheid en armoede namen in heel Europa toe.
In Duitsland stortte de economie helemaal in. Daar was 1 op de 3 werkeloos.
Slide 26 - Slide
Waarom zou juist in Duitsland de economie zo zwaar instorten?
Slide 27 - Open question
Enquete over mijn lessen
Je kunt anoniem antwoorden, ben vooral eerlijk
Ik ga een kort feedbackgesprek voeren met een leerling. Dit zou worden opgenomen, maar wordt uiteraard niet gedeeld. Als je dit zou willen doen vraag je ouders of ze daar toestemming voor willen geven.
Slide 28 - Slide
Werkvorm
Iedereen krijgt een kaartje met een begrip.
Je mag het kaartje niet aan je buur laten zien.
Je legt het begrip uit door het te tekenen. Je mag geen woorden opschrijven! Als het geraden is dan, raad jij wat je buur tekent.
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Feedback interview
Maandag 27 januari om 8:30
Je mag er dus wél les voor missen
Toestemmingformulier mee.
Slide 31 - Slide
H3.4:
Het fascisme groeit
Slide 32 - Slide
Lesdoelen
Je kent twee fascistische partijen
Je kent 5 kenmerken van nationaalsocialisme
Slide 33 - Slide
Hoe liep de crisis in de VS uit tot een wereldcrisis?
Slide 34 - Open question
Waarom zou juist in Duitsland de economische crisis zo heftig uitpakken?
Slide 35 - Open question
Het fascisme groeit
Door de crisis verloren mensen de hoop in hun regeringen.
Slide 36 - Slide
Het fascisme groeit
Door de crisis verloren mensen de hoop in hun regeringen.
Fascistische partijen werden steeds populairder in Europa.
Slide 37 - Slide
Het fascisme groeit
In Duitsland kwam de NSDAP van Adolf Hitler op. Zij beloofden de crisis op te lossen
Slide 38 - Slide
Nationaalsocialisme (nazisme)
leek op fascisme, maar had ook verschillen.
Slide 39 - Slide
Wat zijn de vier kenmerken van het fascisme?
Slide 40 - Open question
1: Sterke leider
Eén sterke leider heeft alle macht (Hitler)
Slide 41 - Slide
2: Eenheid
Het volk moest verenigd zijn achter de leider.
Voor tegenstanders was geen plek.
Slide 42 - Slide
3: Extreem nationalisme
Nazi's wilden een van Duitsland een groot machtig land maken.
Probleem?
Verdrag van Versailles terugdraaien
Slide 43 - Slide
Lebensraum
Slide 44 - Slide
4: Geweld
Geweld werd gebruikt tegen tegenstanders om deze doelen te bereiken.
Slide 45 - Slide
5: Jodenhaat
De Nazi's zeiden dat de Joden Duitsland wilden verzwakken en WO1 en de crisis hadden veroorzaakt. Zij waren een zondebok.
Slide 46 - Slide
De NSB
In Nederland kwam de fascistische NSB van Anton Mussert op. Ze werden nooit heel populair.
Slide 47 - Slide
Hedendaagse vergelijken
Zoek in tweetallen hedendaagse vergelijkingen bij de voorbeelden op het werkblad.
Over 7 min bespreken we wat jullie hebben gevonden.