DBKT1A Schule Regels Der, Die en das

der / die / das
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

der / die / das

Slide 1 - Slide

Leerdoel

Je kent de hoofdregels voor der, die en das woorden en past deze toe.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Klasse
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quiz

Junge
A
die
B
der
C
das

Slide 9 - Quiz

Kind
A
die
B
der
C
das

Slide 10 - Quiz

Mädchen
A
das
B
die
C
der

Slide 11 - Quiz

Onkel
A
die
B
der
C
das

Slide 12 - Quiz

Lehrerin
A
der
B
das
C
die

Slide 13 - Quiz

Klassenarbeit
A
das
B
der
C
die

Slide 14 - Quiz

Kater
A
die
B
das
C
der

Slide 15 - Quiz

Opa
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quiz

Pferd
A
das
B
die
C
der

Slide 17 - Quiz

Buch
A
die
B
das
C
der

Slide 18 - Quiz

Mannelijke personen en dieren krijgen het lidwoord ...
A
...das
B
...die
C
...der

Slide 19 - Quiz

vrouwelijke personen, dieren en woorden met de uitgang -e, -ung, -heit, -keit, krijgen het lidwoord..
A
...die
B
...der
C
...das

Slide 20 - Quiz

Nederlandse onzijdige woorden krijgen meestal in het Duits het lidwoord....
A
...der
B
...das
C
...die

Slide 21 - Quiz

3

Slide 22 - Video

02:26
Je hebt 8 manieren gezien waar je aan kunt zien dat dit DER woorden zijn. Schrijf er 3 in het Nederlands op!

Slide 23 - Open question

04:03
6 manieren om Die woorden te herkennen. Schrijf er 2 op!

Slide 24 - Open question

05:46
8 manieren om Das woorden te maken. Welke 3 weet je nog?

Slide 25 - Open question