V2 Fictie 8 perspectief


Welkom v2at!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Welkom v2at!

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Terugblik fictie 7
  3. Fictie 8: perspectief
  4. Afsluiting en vooruitblik


Slide 2 - Slide

10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Wat is het startpunt van spanning?

Slide 4 - Open question

Wat is het verschil tussen emotionele en intellectuele spanning?

Slide 5 - Open question

Doel: Je leert wat perspectief is en welke soorten perspectieven er zijn. 

Slide 6 - Slide

Perspectief
  • Een verhaal wordt altijd vanuit een bepaald gezichtspunt verteld.
  • Daarmee wordt bedoeld dat de lezer als het ware 'over de schouder' van iemand anders meekijkt.
  • Het vertelperspectief bepaalt in hoge mate hoe de lezer het verhaal ervaart. 


Slide 7 - Slide

Drie soorten vertellers
  1. Ik-verteller = de 'ik' is een personage in het verhaal en weet alleen dingen die hij zelf heeft meegemaakt of die hem door andere personages zijn verteld.
  2. Personale verteller = het verhaal wordt vanuit de derde persoon verteld: de 'hij' of de 'zij', deze 'hij' of 'zij' is een personage heeft alleen inzicht in zijn of haar eigen belevingswereld.
  3. Auctoriale verteller = deze verteller staat als het ware boven het verhaal en heeft inzicht in alle personages, in het heden, in het verleden en de toekomst, hij is alwetend: hij ziet, hoort, kent en weet alles.

Slide 8 - Slide

Van welk perspectief
is hier sprake?
A
ik-verteller
B
personale verteller
C
auctoriale verteller

Slide 9 - Quiz

Van welk perspectief
is hier sprake?
A
ik-verteller
B
personale verteller
C
auctoriale verteller

Slide 10 - Quiz

Van welk perspectief
is hier sprake?
A
ik-verteller
B
personale verteller
C
auctoriale verteller

Slide 11 - Quiz

Lees het fragment. Vanuit
wie wordt het verhaal verteld?
Wat is hier bijzonder aan?

Slide 12 - Open question

Welk perspectief lijkt je het meest betrouwbaar en waarom?

Slide 13 - Open question

Opdrachten maken
  • Maak opdracht 8 t/m 12 op pagina 37 van je boek. 
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur.
  • Je krijgt voor deze opdracht 15 minuten de tijd, daarna bespreken we de antwoorden. 
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen.

Slide 14 - Slide

Opdrachten nakijken
8 De verteller is Emma en er is sprake van een ik-perspectief.

9 a De verteller denkt dat er een fout is gemaakt wat betreft haar opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Volgens de verteller zelf hoort ze hier niet te zijn.
b Nee, het oordeel is niet betrouwbaar. De psychiater, haar vader en de verpleegkundigen zijn ervan overtuigd dat Emma in het psychiatrisch ziekenhuis moet zitten. Ze zijn bezorgd over haar, wat bijvoorbeeld blijkt uit de ‘verontruste blikken’ die ze met elkaar wisselen. Doordat Emma zelf al stelt dat ze veel vergeten is, wordt haar oordeel minder betrouwbaar. Bovendien kunnen psychiatrische patiënten niet altijd goed hun eigen geestelijke gezondheid inschatten.
c De psychiater en de vader lijken achter de opname van Emma te staan. Als Emma stelt dat ze niet ziek is, wisselen zij verontrustende blikken uit. Dit laat zien dat zij van mening zijn dat Emma wel ‘ziek’ is en opgenomen moet worden.








Slide 15 - Slide

Opdrachten nakijken
10 Nee. De arts zou deze gang veel zakelijker en meer werkgerelateerd beschrijven, zonder de negatieve gevoelens die Emma erbij voelt. Emma gebruikt overdrijving en beeldspraak om aan te geven hoe verschrikkelijk ze de ruimte vindt, bijvoorbeeld: ‘het zwijgende gebulder van de airconditioning’.
11 Hiermee bedoelt de hoofdpersoon dat ze het gevoel heeft dat ze niet in haar eigen lichaam zit en zichzelf van enige afstand bekijkt.
12 De schrijver heeft voor dit perspectief gekozen om een beeld te geven van hoe iemand met een geestesziekte nadenkt, handelt en zich kan voelen. De lezer kan zich op deze manier inleven in een psychiatrische patiënt. Door het verhaal vanuit dit perspectief te vertellen, wordt het psychiatrische aspect van het verhaal extra belicht.








Slide 16 - Slide

Lesdoelcheck!
Wat is een ander woord voor vertelperspectief?

Slide 17 - Open question

Lesdoelcheck!
Welke drie vertelperspectieven zijn er?

Slide 18 - Open question

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 11 oktober
  • Huiswerk: maken opdr. 8 t/m 12 (p. 37) + leren p. 30, 34, 38, 40, 42 en 44
  • Meenemen: leesboek en laptop
  • Programma: toets leesvaardigheid bespreken + iets leuks

Slide 19 - Slide