This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Carl Gustav Jung (1875 - 1961)
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je neemt kennis van het verschil tussen het
persoonlijk onbewuste en het collectief onderbewuste.
Je kunt uitleggen wat een archetype is.
Je weet wat de droomanaylse van Jung inhoudt.
Slide 2 - Slide
Freud is de grondlegger van de
A
psychoanalyse
B
psychologie
C
psychiatrie
D
schizofrenie
Slide 3 - Quiz
Godsdienst is volgens Freud een
A
psychose
B
dwangneurose
C
werkelijkheid
D
waarheid
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Video
Carl Gustav Jung
werd geboren op 26 juli 1875, in een intellectueel maar arm domineesmilieu in Zwitserland.
Als kind was hij een teruggetrokken en weinig geliefd jongetje, met een rijk maar ook morbide fantasieleven.
Slide 6 - Slide
Ouderlijk huis
Er hing een gespannen, naargeestige sfeer in huis.
Vader twijfelde veel aan zijn geloof.
Moeder was ernstig depressief.
Slide 7 - Slide
Neuroses
Carl vertoonde vanaf zijn 12e neurotisch gedrag.
Geinteresserd in het occulte, bezocht een medium en seances.
Slide 8 - Slide
1895 Medicijnen studeren
Hij wilde internist worden, maar koos later toch voor psychiatrie.
1900 werd hij psychiater.
Hij promoveerde in 1902 op een proefschrift over de psychologie en pathologie van zogenaamde occulte verschijnselen.
Slide 9 - Slide
Vriendschap met Freud
Deze begon in 1906 toen Jung Freud een kopie stuurde van zijn gepubliceerde studies.
Freud had het boek al gekocht toen hij hoorde dat hij in het boek werd genoemd.
Slide 10 - Slide
Hun vriendschap duurde ongeveer 6 jaar.
Freud, (51 jaar) toen ze elkaar ontmoetten, beschouwde Jung als een leerling.
Jung, (31 jaar) toen hun vriendschap begon, zag Freud als een vaderfiguur.
Slide 11 - Slide
Einde aan de vriendschap
Jung vond dat Freud's theorieën te negatief en te benauwend waren.
Hij vond dat Freud te veel uitging van zijn eigen ervaringen.
Slide 12 - Slide
Welk onderwerp zorgde ervoor dat er een einde kwam aan de vriendschap tussen Freud en Jung?
A
Het gebruik van hypnose om neuroses te behandelen
B
Het gebruik van menselijke experimenten voor onderzoek
C
Het ontstaan van neuroses
D
Het belang van seksualiteit bij neuroses
Slide 13 - Quiz
Menselijke psyche
Bestaat uit een bewuste en een onbewuste.
Het onbewuste kent een onderscheid tussen het persoonlijk en het collectief onbewuste.
Slide 14 - Slide
Persoonlijk onbewuste
Is als het ware een groot persoonlijk archief dat in het onbewuste is opgeslagen, en dat (ten dele) weer bewust kan worden als je het je weer wilt herinneren.
Slide 15 - Slide
Welke van de onderstaande antwoorden geven de juiste delen van de psyche aan volgens Jung?
A
gedachten, hersens, onbewuste
B
ego, persoonlijk onbewuste, collectief onbewuste
C
id, ego, superego
D
Ideeën, ego, superego
Slide 16 - Quiz
Collectief onbewuste
Beelden die we geërfd hebben van onze voorouders.
Wij dragen via onze genen de ervaringen van onze voorouders over aan de volgende generatie.
Slide 17 - Slide
Via onze genen
Overlevings-mechanismen worden doorgegeven die onze voorouders geholpen hebben om zich staande te houden in het leven;
we erven de mechanismen die dienden om te overleven in de struggle for life.
Slide 18 - Slide
Archetypen
zijn bepaalde overgeërfde manieren van reageren.
In situaties van angst, gevaar, strijd, de verhouding der geslachten, geboorte en dood.
Slide 19 - Slide
Archetypen
zijn de bodem van ons collectieve onbewuste.
Deze worden in de verschillende culturen symbolisch uitgedrukt in godsdiensten, volksverhalen, mythen, sprookjes.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
5 belangrijkste archetypen
ego/ ik
schaduw
anima
animus
persona
Slide 22 - Slide
Ego
Het ‘ik’ is als het centrum van het bewustzijn.
Je weet wie je bent.
Het censureert alles wat het bewustzijn wil binnenkomen.
Slide 23 - Slide
Schaduw
Datgene van onszelf wat we proberen te verbergen.
Dat niet werd gewaardeerd en daarom is verdrongen en gedwongen wordt een verstopt leven te leiden.
Slide 24 - Slide
Animus
De personificatie van de mannelijke natuur in het onbewuste van de vrouw.
Met als belangrijkste kenmerken: kracht en daad (helden)
Slide 25 - Slide
Een voorbeeld van een positieve animus kan niet zijn
A
de verlosser
B
de held
C
Tarzan
D
de onderdrukker
Slide 26 - Quiz
Anima
Dit betekent voor de man verbinding met emotie in het onbewuste.
Gever van nieuw leven maar daarmee ook verbonden is met de dood.
Slide 27 - Slide
Dit is een voorbeeld van een negatieve anima
A
spin
B
moeder
C
muze
D
wijsheid
Slide 28 - Quiz
Persona (masker)
Het deel van het "ik" dat je aan de buitenwereld laat zien.
Gezichtsuitdrukking, uiterlijk, kleding, intonatie en taalgebruik etc.
Verschillende rollen.
Slide 29 - Slide
Welk van de onderstaande archetypen zijn niet gecombineerd met de hedendaagse symboliek.
A
Moeder: wijze oude vrouw
B
God: dwerg, eerste klasser
C
Held: koning, redder, kampioen
D
Persona: masker, acteur, schijnvoorkoming
Slide 30 - Quiz
https:
Slide 31 - Link
Religie
biedt mensen die op zoek zijn naar hun ware identiteit een veilige haven.
Door je toe te vertrouwen aan de bevrijdende kracht van symbolen uit het onbewuste ontmoet je uiteindelijk het archetype 'god' als bevrijdende kracht.
Slide 32 - Slide
Droomanalyse
Hij beschouwde de droom als middel tot het opsporenen bewustworden van tot dan onbewuste inhouden.
Deze inhouden zag hij ook als belangrijk voor de verklaring of de behandeling van een neurose.
Slide 33 - Slide
Meerdere betekenissen
De droom drukt zich uit in symbolen, zinnebeelden, die in verband staan met iets dat òf onbewust of op zijn minst nog niet geheel bewust is.
Slide 34 - Slide
Symbooltaal
De droom streeft naar het passend maken van ongewenste situaties, waarschuwt als er iets niet in de haak is of als de verdere psychische ontwikkeling wordt gehinderd.
De droom stelt: ‘Je moet je levenshouding wijzigen.
Slide 35 - Slide
Regels
Voor de droom gelden er drie regels:
Altijd droom je over zichzelf,
Altijd droom je vanuit zichzelf,
Altijd droom je vanuit de actuele psychische gesteldheid.
Slide 36 - Slide
Droombeelden weerspiegelen niet de innerlijke toestand van het ogenblik en geven aan wat er aan de houding tegenover het leven mankeert en waardoor er spanningen ontstaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 37 - Quiz
Droomsymbolen zijn voor het grootste deel openbaringen van dat deel van de psyche, dat buiten de beheersing van het bewustzijn is.