De Bouw van een Atoom

De Bouw van een Atoom
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Bouw van een Atoom

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je de bouw van een atoom beschrijven.

Slide 2 - Slide

Introduceer de les met het doel van de les. Leg uit hoe deze les bijdraagt aan hun begrip van scheikunde.
Wat weet jij al over de bouw van een atoom?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een atoom?
Een atoom is de kleinste bouwsteen van een element.

Slide 4 - Slide

Vraag de leerlingen wat ze al weten over atomen. Leg uit dat atomen de bouwstenen zijn van alles om ons heen.
Onderdelen van een atoom
Een atoom bestaat uit protonen, neutronen en elektronen.

Slide 5 - Slide

Geef een visuele presentatie van de onderdelen van een atoom. Leg uit wat elk van hen is en welke lading ze hebben.
Protonen
Protonen hebben een positieve lading en bevinden zich in de kern van het atoom.

Slide 6 - Slide

Laat de leerlingen zien waar protonen zich bevinden in een atoom. Leg uit dat de lading van een atoom wordt bepaald door het aantal protonen.
Neutronen
Neutronen hebben geen lading en bevinden zich ook in de kern van het atoom.

Slide 7 - Slide

Laat de leerlingen zien waar neutronen zich bevinden in een atoom. Leg uit dat neutronen geen lading hebben en dat hun aanwezigheid het atoom stabiel houdt.
Elektronen
Elektronen hebben een negatieve lading en bevinden zich in de schillen van het atoom.

Slide 8 - Slide

Laat de leerlingen zien waar elektronen zich bevinden in een atoom. Leg uit dat elektronen zich in schillen bevinden en dat hun aantal de chemische eigenschappen van het atoom bepaalt.
Schillen
Een atoom heeft meerdere schillen waarin elektronen zich kunnen bevinden.

Slide 9 - Slide

Geef een visuele presentatie van de schillen van een atoom. Leg uit dat de schil waarin de buitenste elektronen zich bevinden, de valentieschil wordt genoemd.
Valentie-elektronen
De valentie-elektronen zijn de elektronen in de buitenste schil van het atoom.

Slide 10 - Slide

Laat de leerlingen zien waar de valentie-elektronen zich bevinden in een atoom. Leg uit dat de valentie-elektronen bepalen hoe het atoom zich chemisch gedraagt.
Periodiek Systeem
Het Periodiek Systeem is een tabel waarin alle elementen zijn gerangschikt op basis van hun atoomnummer.

Slide 11 - Slide

Laat het Periodiek Systeem zien en leg uit hoe het is gerangschikt. Leg uit dat het atoomnummer het aantal protonen in een atoom vertegenwoordigt.
Samenvatting
Een atoom bestaat uit protonen, neutronen en elektronen. Protonen en neutronen bevinden zich in de kern van het atoom, terwijl elektronen zich in schillen bevinden. De valentie-elektronen bepalen hoe het atoom zich chemisch gedraagt.

Slide 12 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen. Beantwoord eventuele vragen die de leerlingen hebben en moedig hen aan om hun begrip van atomen te verdiepen door zelfstudie en onderzoek.
Hoeveel protonen zitten er in de kern van een stikstofatoom?
A
8
B
6
C
7
D
4

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel protonen zitten er in de kern van een calciumatoom?
A
22
B
20
C
16
D
18

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel elektronen heeft een atoom van koolstof?
A
6 elektronen
B
4 elektronen
C
2 elektronen
D
8 elektronen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een scheidingsmethode die wordt gebruikt om een opgeloste stof uit een vloeistof te halen?
A
Zeefmethode
B
Chromatografie
C
Extractiemethode
D
Destillatieproces

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.