CPI en loon-prijsspiraal

https://www.google.com/search?q=cpi+cartoon&tbm=isch&ved=2ahUKEwjwtuG6zfH6AhVE4rsIHWspAiMQ2-cCegQIABAA&oq=cpicartoon&gs_lcp=CgNpbWcQARgAMgYIABAHEB4yBggAEAcQHjoECCMQJzoECAAQQzoFCAAQgARQpghY_BVg0iFoAHAAeACAAWWIAe8HkgEEMTAuM5gBAKABAaoBC2d3cy13aXotaW1nwAEB&sclient=img&ei=YLZSY_CGGMTE7_UP69KImAI&bih=722&biw=1536&rlz=1C1CHBF_nlNL922NL922#imgrc=hw436F2n0qw-7M&imgdii=3BCLMvB4mS0_dM
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

https://www.google.com/search?q=cpi+cartoon&tbm=isch&ved=2ahUKEwjwtuG6zfH6AhVE4rsIHWspAiMQ2-cCegQIABAA&oq=cpicartoon&gs_lcp=CgNpbWcQARgAMgYIABAHEB4yBggAEAcQHjoECCMQJzoECAAQQzoFCAAQgARQpghY_BVg0iFoAHAAeACAAWWIAe8HkgEEMTAuM5gBAKABAaoBC2d3cy13aXotaW1nwAEB&sclient=img&ei=YLZSY_CGGMTE7_UP69KImAI&bih=722&biw=1536&rlz=1C1CHBF_nlNL922NL922#imgrc=hw436F2n0qw-7M&imgdii=3BCLMvB4mS0_dM

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma

Slide 3 - Slide


Slide 4 - Open question

Hoe hoog is de inflatie?
Het CBS onderzoekt elke maand de prijsstijging van vrijwel alle goederen en diensten.


Hiermee berekent het CBS het consumentenprijsindexcijfer (cpi).


Met het cpi kun je de inflatie bepalen ten opzichte van het basisjaar:
Basisjaar: cpi = 100
Nu: cpi = 103,6
Inflatie: 3,6%

Slide 5 - Slide

CPI berekenen
Er zijn verschillende groepen uitgaven: de uitgavencategorieën.
In werkelijkheid onderzoekt het CBS 14 groepen met in totaal honderden goederen en diensten.
Per categorie is de prijsverandering met een indexcijfer weergegeven.
Voorbeeld: kleding heeft prijsindexcijfer 102. De prijzen van kleding zijn dus met 2% gestegen.
Elke uitgavencategorie heeft een wegingsfactor.
Hoe groter het aandeel in de gezinsuitgaven, des te groter de wegingsfactor is.
De wegingsfactor van huisvesting is vrij hoog, want huishoudens besteden hieraan een groot deel van hun uitgaven.



Slide 6 - Slide

Cpi en inflatie berekenen
Berekening
1. Vermenigvuldig van elke productgroep het prijsindexcijfer met de wegingsfactor.
 Bijvoorbeeld: Voeding: 99 x 12 = 1.188
2. Tel alle uitkomsten daarvan bij elkaar op.
3.Deel dit totaal door het totaal van alle wegingsfactoren.
 Het totaal van de wegingsfactoren is meestal 100 of een veelvoud daarvan.
4. De uitkomst is het cpi.
 Als de som van alle antwoorden van stap 1 uitkomt op bijvoorbeeld 10.450 en het totaal van de wegingsfactoren is 100, dan is het cpi: 10.450 ÷ 100 = 104,5.
5.Het inflatiepercentage = het cpi – 100.
 Bij de uitkomst van stap 4 is de inflatie: 104,5 – 100 = 4,5%

Slide 7 - Slide

Bereken in één decimaal het consumenteprijsindexcijfer voor Lina. Schrijf je berekening op.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Welke uitgavenscategorie telt bij 65-plussers zwaarder mee?
A
Gezondheidszorg
B
Huisvesting
C
Vervoer

Slide 10 - Quiz

Lonen en inflatie
Inflatie > loonstijging -> koopkracht daalt.

 
Vakbonden willen prijscompensatie: lonen stijgen net zo veel als de prijzen.

Voor werkgevers stijgen de loonkosten. Die berekenen zij door in de prijzen.
Door hogere prijzen neemt de inflatie toe.

Vakbonden willen weer prijscompensatie…
  enzovoort…
   enzovoort…
Er is een loon-prijsspiraal ontstaan.

Slide 11 - Slide

Hoe beïnvloeden lonen en prijzen elkaar? Gebruik de begrippen ‘prijscompensatie’ en ‘loon-prijsspiraal’ in je antwoord.

Slide 12 - Open question

Bereken in één decimaal het consumenteprijsindexcijfer voor Robine. Schrijf je berekening op.

Slide 13 - Slide

Opdracht
Wat: maak opdracht 1 tot en met 5 van paragraaf 3.4
Hoe: met je buurman/buurvrouw via Chromebook.
Hulp: boek of docent. 
Tijd: 10 minuten. 
Uitkomst: morgen bespreken we dit klassikaal.
Klaar: ga aan de slag met de rekentrainer van paragraaf 3. 


Slide 14 - Slide

Bereken het cpi.

Slide 15 - Slide



Leg uit dat de overheid een loon-prijsspiraal kan doorbreken door het verlagen van de loonbelasting.

Slide 16 - Slide

Als de loonbelasting omlaag gaat, wordt het netto loon hoger. Werknemers kunnen hiermee de kosten van prijsstijgingen opvangen. Werkgevers hebben geen hogere kosten, want de bruto lonen kunnen gelijk blijven. Ze hoeven de prijzen dus niet te verhogen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Exit ticket, vooruitblik en afsluiten

Slide 19 - Slide