Pak je boek, je schrift en de GR erbij. We gaan zo beginnen.
Programma:
Huiswerk bespreken (in elk geval 23ab klassikaal)
Opgaven
Uitleg: hoe maak je bij een formule een toenamediagram
Aan de slag met huiswerk (25 t/m 27, 29, 32)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom
Pak je boek, je schrift en de GR erbij. We gaan zo beginnen.
Programma:
Huiswerk bespreken (in elk geval 23ab klassikaal)
Opgaven
Uitleg: hoe maak je bij een formule een toenamediagram
Aan de slag met huiswerk (25 t/m 27, 29, 32)
Slide 1 - Slide
Heb je vraag over het huiswerk? Zo ja, vul nummer of vraag in.
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Uitwerking
Slide 4 - Slide
De globale grafiek past bij dit toenamediagram
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
De globale grafiek past bij dit toenamediagram
A
Waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Formules en toenamediagrammen
Om een toenamediagram te maken bij een gegeven formule, voer je de formule in op je grafische rekenmachine en maak je een tabel met de juiste stapgrootte.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Aan de slag
Maak opgave 25 t/m 27, 29, 32
Slide 10 - Slide
Deel 2
Pak je boek, je schrift en de GR erbij. We gaan zo beginnen.
Programma:
Huiswerk bespreken
Opgaven
Uitleg: differentiequotiënt
Aan de slag met huiswerk (33 t/m 37)
Slide 11 - Slide
Aan het einde van de les
... weet je wat een differentiequotiënt is
... kan je het differentiequotiënt bij een grafiek berekenen
Slide 12 - Slide
Gemiddelde verandering
is de gemiddelde verandering van N per tijdseenheid.
ΔtΔN
Slide 13 - Slide
Gemiddelde verandering
is de gemiddelde verandering van N per tijdseenheid.
De gemiddelde verandering is hier
ΔtΔN
ΔtΔN=272,12−1,37≈0,028
Slide 14 - Slide
Het differentiequotiënt
noemen we het differentiequotiënt
Het differentiequotiënt op het interval
[0,6] is gelijk aan
Dus per stapje stijgt de grafiek gemiddeld met 0,6.
Het is de richtingscoëfficiënt van de lijn door punt A en punt B.
ΔxΔy
ΔxΔy=6−15−2=53=0,6
Slide 15 - Slide
Algemeen
Slide 16 - Slide
Bereken het differentiequotiënt
op [-1, 3]
Slide 17 - Slide
Bereken het differentiequotiënt op [2,5]
A
3
B
-3
C
31
D
−31
Slide 18 - Quiz
Aan de slag
Maak opgave 25 t/m 27, 29, 32, 33 t/m 37 voor de volgende les