Financieel plan

Het financiële plan
Hst 4 Ondernemen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Het financiële plan
Hst 4 Ondernemen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na het maken van deze opdracht weet/kun je:

  • Wat is een investeringsbegroting
  • Het maken van een financieringsbegroting (balans)
  • Een overzicht maken met te verwachten opbrengsten en kosten genaamd exploitatiebegroting;
  • Waarom het financieel plan een belangrijk onderdeel is van je ondernemingsplan;
  • Wat voor een bank belangrijk is bij een financieel plan.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Waar kijkt de bank naar bij het financiële plan van je onderneming?

  • De ondernemer zelf​ - Kan hij/zij het betalen (rente/aflossing)​
  • Is er voldoende eigen vermogen?​
  • Als het misgaat? Wat dan (welke zekerheden krijgt de bank?)

Slide 4 - Slide

Investeringsbegroting

Slide 5 - Slide

Investeringsbegroting
Een investeringsbegroting helpt bij het in kaart brengen van het geldbedrag dat je minimaal nodig hebt om goed van start te kunnen gaan. 

De investeringsbegroting is onderverdeeld in vaste en vlottende activa.
Vaste activa = bedrijfsmiddelen van langer dan 1 jaar (bv PC's, auto)
Vlottende activa = bedrijfsmiddelen korter dan 1 jaar (bv voorraad)


Slide 6 - Slide

Financieringsbehoefte

Slide 7 - Slide

Exploitatiebegroting

Slide 8 - Slide

Wat verwachten wij van jullie?
Opdracht 4.1
Stel met je groep een financieel plan op;
Investeringsbegroting 
  •  voorraad
  •  kas
  •  bank
  • Totale financieringsbehoefte (hoeveel geld heb je in totaal nodig)
  • - Eigen vermogen (aandelen)
  • - Vreemd (of extern) vermogen (lening bank)

Met minimaal 250 woorden ga je het nog toelichten



Slide 9 - Slide

Opdracht 4.2
Opdracht 4.2 exploitatiebegroting
     - Omzet
     - Inkoopwaarde
     - Kosten
Het financieel plan bestaat uit investeringsbegroting en een financieringsbehoefte genaamd een balans en een exploitatiebegroting (beiden in tabel)
Daarnaast maak je een onderbouwing/toelichting in een verslag. Dit verslag bestaat uit minimaal 500 woorden.

Slide 10 - Slide