LH21 - Les 3.5 Een kerkelijke scheuring



LH21 - 3.5 Kerkelijke scheuring
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson



LH21 - 3.5 Kerkelijke scheuring

Slide 1 - Slide

Wat weet je over de christelijke kerk?

Slide 2 - Mind map

Voorkennis thema 'kerkelijke scheuring'
Wat weet je allemaal al over de kerkelijke scheuring? 

Als je de komende vragen niet goed kunt beantwoorden, is het verstandig de komende dia's serieus door te nemen.

Slide 3 - Slide

Wat zijn de gevolgen van de splitsing van de christelijke kerk?
A
Religieuze conflicten en oorlogen
B
Eenheid en vrede onder christenen
C
Grotere invloed van de paus
D
Ontstaan van verschillende stromingen binnen het christendom

Slide 4 - Quiz

Wat zijn verschillende oorzaken van de hervorming/ reformatie? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Misstanden binnen de katholieke kerk
B
Economische crisis in Europa
C
Kritiek op de verkoop van aflaten
D
Politieke conflicten tussen Europese vorsten

Slide 5 - Quiz

Hoe werd de ruzie over godsdienst uiteindelijk opgelost/ beëindigt?
A
De paus werd afgezet en vervangen door een nieuwe leider
B
Er werd een vredesverdrag gesloten tussen katholieken en protestanten
C
De kerkscheuring resulteerde in de oprichting van de protestantse kerk

Slide 6 - Quiz

Wie was Maarten Luther?
A
Een belangrijke figuur in de hervorming
B
Een middeleeuwse koning van Engeland
C
Een wereldberoemde componist uit de Barokperiode
D
Een beroemde schilder uit de Renaissance

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen Tijd voor Geschiedenis
  1. Je kunt verschillende oorzaken van de hervorming/ reformatie noemen & uitleggen 
  2. Ik kan de gevolgen van de splitsing van de christelijke kerk uitleggen 
  3. Ik kan de rol van Luther binnen de hervorming/ reformatie uitleggen 

Slide 8 - Slide

Veranderend mens- en wereldbeeld 
Renaissance zorgt voor een veranderd mens- en wereldbeeld (manier waarop men naar de wereld en de mens op aarde kijkt)

  • Geloof in God werd minder belangrijk
  • Vertrouwen in het individu groeide
  • Meer eigen keuzes maken


Slide 9 - Slide

Het Humanisme
Denkstroming waarin de individuele mens centraal staat:
  • Jezelf als mens zo goed mogelijk ontwikkelen
  • Zelf nadenken en onderzoeken
  • Teksten uit de Oudheid bestuderen


  • Erasmus was een van de bekendste humanisten:
  • Veel kritiek op de katholieke kerk


Slide 10 - Slide

Luther
Er was nog iemand die kritiek op de kerk had. Daar gaan we nu naar kijken

Slide 11 - Slide

Paus Julius II (1443-1513)
Deze paus wil de Sint Pieterbasiliek in Rome verfraaien met kunstwerken.

Hiervoor is geld nodig, hoe komt hij daaraan? (zie volgende slide)

Slide 12 - Slide

Aflaathandel
De kerk gaat aflaten verkopen aan de gelovigen om zo geld te verdienen voor het plan van Paus Julius II

Een aflaat is een document dat gekocht kon worden voor kwijtschelding van zonden.

Slide 13 - Slide

Dit is de Sint-Pieterbaseliek die de Paus liet bouwen/ verfraaien

Slide 14 - Slide

Er werden meerdere gebouwen gebouwd met geld van gelovigen, afkomstig van de aflaten

Slide 15 - Slide

Luther was ontevreden over de christelijke kerk
Heel Europa is katholiek en de monnik Luther heeft kritiek op de katholieke kerk. Deze kritiek hield in dat:
  • Hij het niet eens was met de aflatenhandel, alleen God kon zonden vergeven; 
  • de paus wel de baas was, maar hij deed niks voor zijn gelovigen;
  • de rijkdommen van de kerk en geestelijken niet pasten bij het christelijke geloof;
  • de geestelijken niet sober leefden, zoals Jezus deed.
  • tegenstanders (ketters) van de kerk vervolgd en gemarteld worden.

Slide 16 - Slide

Luther schreef 95 stellingen waarmee hij de kritiekpunten puntsgewijs opschrijft. Hij wilde hiermee de kerk veranderen 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Protestanten

Luther publiceert de 95 stellingen in Witteberg. Veel mensen waren het eens met Luther. Ze noemen zich protestanten, je ziet hierin het woord protest. Ze wilden dat de kerk zich ging hervormen. Ze vonden dat:
  • De kerk niet rijk moet zijn;  
  • geestelijken zich aan hun eigen regels moesten houden; 
  • de aflatenhandel stopt; 
  • de mensen  zelf de Bijbel moeten kunnen lezen.

De kerkhervorming noemen we de reformatie

Slide 19 - Slide

Reactie op Luther: 
paus Leo X 
(1475-1521)
Paus stuurt Luther een Bul. Een Bul is een document van de Paus waarin staat wat de ontvanger moet doen of vertellen, het zijn instructies. Zo kreeg Luther een Bul om de kritiek op de kerk terug te nemen.  Luther weigerde dit te doen, verbrandde de bul en kwam in de kerkelijke ban geplaatst door de paus. Dit betekende dat hij vogelvrij was, niet meer welkom in de kerk en hij had geen rechten meer. Iedereen mocht hem vermoorden. De kerkelijke splitsing is een feit  

Slide 20 - Slide

De Reformatie
Reformatie staat bekend als: de splitsing in de christelijke kerk in een rooms-katholiek en een protestants deel als gevolg van het optreden van Luther en andere kerkhervormers in de 16e eeuw.
Enkele gebeurtenissen, zoals hiervoor beschreven
  • Klachten Luther leidt het begin in van de reformatie/ hervorming.
  • Luther publiceert 95 stellingen.
  • Boekdrukkunst zorgt ervoor dat deze stellingen snel en veelvuldig verspreid kunnen worden
  • Aanhangers noemen we protestanten.
  • Luther verbrand de bul en komt in de kerkelijke ban.

Op de volgende slides zie je de verschillen tussen een Protestantse en Rooms-Katholieke kerk.
Voorkant van de Bul

Slide 21 - Slide

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 22 - Slide

Katholieke kerk (1)
  • Christelijke kerk

  • Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)

  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn

Slide 23 - Slide

Katholieke kerk (2)
  • Er staan beelden in de kerk

  • Deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd

  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 24 - Slide

Het heeft nog meer verstrekkende gevolgen
We zien hier het Heilige Roomse rijk, deze bestond uit allemaal staten werden bestuurd door keurvorsten. Deze keurvorsten kozen de keizer van het Heilige Roomse Rijk. DE keizer was het staatshoofd/ de vorst van het Heilige Roomse Rijk. in de komende slides gaat het over Keizer Karel V en keurvorst Frederik III

Slide 25 - Slide

Karel V
  • De Keizer, vorst van het Heilige Roomse Rijk
  • Gekozen door de zes keurvorsten, dus kon niet alles zomaar beslissen. Hij was afhankelijk van die keurvorsten.
  • Streng Katholiek 
  • Wil Luther verbannen uit zijn rijk

Slide 26 - Slide

Rijksdag in Worms 1521
Rijksdag in Worms 1521. Bij een rijksdag komen alle bestuurders (keurvorsten) samen om te vergaderen. Luther was uitgenodigd om alsnog terug te komen op zijn standpunten (o.a. de 95 stellingen). Dit deed Luther niet en Karel V werd woedend, hij vaardigde het  edict van Worms uit. Hierin stond dat Luther vogelvrij werd verklaard. Dit betekende dat hij zich niet meer aan de wet hoefde te houden, maar ook geen bescherming meer kon krijgen. Iedereen kon hem dus vermoorden, zonder hiervoor straf te krijgen. Luther kreeg hulp van Frederik III

Slide 27 - Slide

Rijksdag Worms
Kort samengevat
  • Vergadering over het lot van Luther en zijn volgelingen
  • Niet iedereen was het eens met de ban van Luther.
  • 1521, Rijksdag Worms -> Luther neemt woorden niet terug
  • Edict van Worms -> Luther 'vogelvrij' verklaard
  • Luther krijgt hulp + bescherming van keurvorst Frederik III

Slide 28 - Slide

Hoe nu verder?
  • Frederik III laat Luther 'ontvoeren' naar kasteel  Wartburg

  • Hij kan daar in alle rust de bijbel vertalen in het Duits, de volkstaal

  • Luther sterft aan ouderdom in 1546

Slide 29 - Slide

Godsdienstvrede van Augsburg (1555)
Er waren keurvorsten die het niet eens waren met het godsdienstbeleid van Karel V. Er ontstond oorlog in het heilige rijk tussen verschillende vorstendommen. Karel V moest vrede accepteren voor rust in het rijk. Vanaf dit moment mocht elke vorst zijn eigen geloof kiezen voor zijn gebied. Dit was een nederlaag voor de katholieke vorst. De scheiding tussen de Protestanten en Rooms-Katholieken was een feit.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Sleep de zinnen in de juiste tijdsvolgorde van vroeger naar later
Luther verdedigt zich voor Karel V in Worms
Luther schrijft een brief met 95 stellingen
Luther schrijft de Bijbel in het Duits
De paus doet Luther in de ban

Slide 32 - Drag question

Katholieke Kerk
Protestantse Kerk

Aflatenhandel
Zelf de Bijbel lezen
Rijkdom
Paus
Luther
Kettervervolgingen
95 stellingen

Slide 33 - Drag question

Wat kon je doen volgens de Katholieke kerk om in de hemel te komen?

Slide 34 - Open question

Noem drie punten van kritiek die Luther had op de kerk

Slide 35 - Open question

Leg uit waar de naam protestantisme vandaan komt?

Slide 36 - Open question

Luther was...
A
Een humanist
B
Een monnik
C
Een paus
D
Een hervormer

Slide 37 - Quiz

Waarom bracht Luther een grote verandering teweeg?
A
Hij was de eerste met kritiek op de kerk
B
Hij had veel macht
C
Zijn ideeën werden door veel mensen gelezen
D
Hij werd ter dood veroordeeld

Slide 38 - Quiz


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 39 - Quiz

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 40 - Quiz



Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen
van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Video

Begrippen/ personen 

1. Paus
2. Geestelijken 
3. Monnik 
4. Aflaat 
5. Bisschop 
6. Ketter
7. Hervorming
8. Reformatie 
9. 95 stellingen 
10. Protesten 
11. Bul 
12. Katholieken 
13. Heilig Roomse Rijk
14. Keurvorst 
15. Rijksdag
16. Edict van Worms 
17. Vogelvrij
18. Godsdienst Vrede van Ausburg
19. Luther 
20. Karel V

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video