What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets D&P facilitair
Oefentoets D&P facilitair
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
D&p
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefentoets D&P facilitair
Slide 1 - Slide
Wat betekent:
brainstormen
A
Het helpt je leuke ideeën te krijgen
B
je kan beter samenwerken
C
zeggen dat iemand niet bang hoeft te zijn
D
iets vervelend vinden
Slide 2 - Quiz
Een to-do-lijstje /draaiboek is handig als je een activiteit gaat organiseren. Welke uitspraken over een to-do-lijstje/draaiboek zijn waar?
A
het maakt de kans kleiner dat er iets misgaat bij de uitvoering van de activiteit
B
je krijgt zicht op wat er gedaan moet worden
C
je kan beter plannen
D
het helpt je om leuke ideeën te verzinnen
Slide 3 - Quiz
Schone handen en haren vast zijn maatregelen die passen bij:
A
Het FIFO-systeem Coderen Coderen
B
Persoonlijke hygiëne
C
Materiaalgebruik
D
Het FIFO-systeem
Slide 4 - Quiz
Wat is kruisbesmetting?
A
Besmetting van voedsel met bacteriën van andere producten.
B
Een besmetting door kruisspinnen.
C
Een ander woord voor voorraadbeheer.
D
Het werken met verschillende snijplanken.
Slide 5 - Quiz
Afdekken van producten en voedsel doe je ...
A
om uitdroging te voorkomen
B
om bacterievorming te voorkomen
C
om de houdbaarheid te bewaren
D
alle bovenstaande antwoorden zijn juist.
Slide 6 - Quiz
Bij de basis snijtechniek 'de begeleide hand':
A
Snijd je het ingrediënt in ruitjes
B
Houd je de hand waar je het ingrediënt mee vasthoudt plat
C
Houd je de hand waar je het gerecht mee vasthoudt in een klauw
D
Gebruik je de hand waar je niet mee schrijft om te snijden
Slide 7 - Quiz
Wat hoort niet in het rijtje thuis: Als je begint met koken.
A
Doe je je haren vast
B
Was je je handen
C
Verzamel je alle ingrediënten
D
Garneer je je gerecht
Slide 8 - Quiz
Tijdens het schoonmaken gebruik je schoonmaakmiddelen. Stel: je dweilt de vloer van het restaurant. Wat gebruik je?
A
Vlekoplosmiddel
B
Desinfecteermiddel
C
Onderhoudsmiddel
D
Reinigingsmiddel
Slide 9 - Quiz
Moslims houden zich vaak aan de voedingsgewoonten die passen bij hun geloof.
Wat is NIET waar?
A
De dieren moeten ritueel geslacht zijn
B
De regels hierover staan beschreven in de Koran
C
Moslims eten geen kip
D
Moslims eten geen varkensvlees
Slide 10 - Quiz
KFC is een voorbeeld van een:
A
Drankverstrekkend bedrijf
B
Logiesverstrekkend bedrijf
C
Maaltijdverstrekkend bedrijf
D
Toeristisch bedrijf
Slide 11 - Quiz
Na schooltijd ga je een hapje eten in een fastfoodrestaurant. Wat kun je daar NIET verwachten?
A
Tafellakens
B
Speelgelegenheid voor kinderen
C
Moderne inrichting
D
Een computer om snel te bestellen
Slide 12 - Quiz
De keuze voor voeding heeft onder andere te maken met regels vanuit je principes. Welk voorbeeld hoort daarbij?
A
Unox soep, omdat je daar reclame van zag
B
Je eet geen varkensvlees omdat je moslim bent
C
Je eet vaak hamburgers, omdat je het lekker vindt
D
Je bestelt snel even een pizza
Slide 13 - Quiz
Wat is een kenmerk van een typisch Foodtruck gerecht?
A
Het is van hoog culinair niveau
B
Er zit altijd groente in of bij
C
Je moet het gemakkelijk staand kunnen eten
D
Er zit altijd een drankje bij
Slide 14 - Quiz
Bekijk de zinnen hieronder. Wat is waar?
A
Goedkope producten staan in de supermarkten vaak op ooghoogte
B
Kip snijd je op een witte snijplank
C
Je kunt een product ook nog na de TGT-datum gebruiken
D
Meenemen van een eigen boodschappentas is beter voor het milieu
Slide 15 - Quiz
Wat is een HACCP plan?
A
Een plan met kritische punten van hygiëne en veiligheid
B
Een schoonmaakplan
C
Een plan met grondstof bewerkingen
Slide 16 - Quiz
Tijdens het nadenken over de inrichting van een ruimte kun je een moodboard gebruiken. Wat is een moodboard?
A
Een collage van kleuren, plaatjes, stukjes stof, letters etc.
B
De keuze van de meubels en de bekleding
C
Een sfeer, zoals vriendelijk, rustig, modern, zakelijk etc.
D
De verlichting in een ruimte
Slide 17 - Quiz
Je gebruikt een suikervervanger. Hiervoor heb je slechts de helft van de hoeveelheid suiker nodig. Wat is de helft?
A
2,5 eetlepel
B
5 eetlepels
C
10 eetlepels
D
0,2 eetlepel
Slide 18 - Quiz
Wat is ergonomisch werken?
A
Werken met de juiste lichaamshouding
B
zo hard mogelijk werken
C
Heel snel werken
D
zo goedkoop mogelijk werken
Slide 19 - Quiz
Wat zijn reinigingsmiddelen?
A
Reinigingsmiddelen gebruik je om vuil weg te halen
B
Reinigingsmiddelen zijn bedoeld om materialen te beschermen
C
Reinigingsmiddelen gebruik je om te ontsmetten
D
iets anders
Slide 20 - Quiz
Waarvoor dient een onderhoudsmiddel?
A
Dit beschermt materialen tegen vuil en beschadiging
B
Dit is om het materiaal schoon te maken
C
is om te ontsmetten
Slide 21 - Quiz
Wat is de functie van desinfecteermiddel?
A
Dat het lekker gaat ruiken
B
Dat micro- organisme doodgaan
C
Bescherming en slijtage beperken
D
Het zichtbare vuil te verwijderen
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
Quiz D&P
July 2023
- Lesson with
35 slides
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Donderdag 24-10-24
October 2024
- Lesson with
16 slides
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1
Foodtruck
February 2024
- Lesson with
15 slides
Beeldende vorming
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Curio steenspil - Voorlichting 2de jaars EO
January 2023
- Lesson with
18 slides
ppo
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
Marketing Online les 4 (paragraaf 3.3 t/m 3.5)
January 2021
- Lesson with
26 slides
marketing
MBO
Studiejaar 1
Oefentoets m1
May 2022
- Lesson with
16 slides
Dienstverlening en Producten
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Moodboard babykamer
October 2021
- Lesson with
23 slides
(Ped)agogisch handelen
Secundair onderwijs
D&P mode
February 2024
- Lesson with
12 slides
D en P
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 1,2