This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
0%
9%
21%
Export
Onderwijs
Voedsel
Flesje cola
Medicatie
Kleding
Alcohol
Laptop
Slide 4 - Drag question
De verkoopprijs is inclusief btw
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
De consumentenprijs van een paar designerschoenen is €159,95. Wat is de verkoopprijs?
Slide 17 - Open question
De verkoopprijs van koffie is € 2,51. Op koffie zit 9% btw. Wat betaald een consument bij de kassa?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Inkoopprijs
Je koopt goederen in om ze als artikelen te verkopen.
De inkoopprijs is de prijs die je voor artikelen betaalt aan de leverancier of groothandel.
De inkoopprijs is altijd excl. btw
Slide 37 - Slide
Inkoopfactuurprijs
Bij de inkoop van de goederen betaal je btw.
De inkoopprijs is de prijs die je voor artikelen betaalt aan de leverancier of groothandel. De inkooprijs inclusief btw is de inkoopfactuurprijs.
De btw die je bij de inkoop betaalt, mag je terugvragen van de Belastingdienst. De ‘te vorderen btw’, de btw die je aan je leveranciers betaald hebt, heet voorbelasting.