H3 thema 4 Onderste luchtwegen

Wat weten we nog
Welke onderdelen horen bij de bovenste luchtwegen?
1 / 18
next
Slide 1: Open question
M &NMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat weten we nog
Welke onderdelen horen bij de bovenste luchtwegen?

Slide 1 - Open question

Tot de bovenste luchtwegen gehoren:
- neusholte
- mondholte
- keelholte
- strottenhoofd
onderste luchtwegen

Slide 2 - Mind map

Onderste luchtwegen:
Luchtpijp
Bronchiën
Longblaasjes
Neusholte
Kraakbeenring
Long
Middenrif
Huig
Bronchien
Bronchiolus
Longblaasje

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Leerdoel


1.  Je weet en kunt uitleggen waaruit het ademhalingsstelsel bestaat

2. Je weet en kunt uitleggen wat de kenmerken en de functies van de onderste 
    luchtwegen zijn

3. Je weet en kunt uitleggen hoe de gaswisseling in de longen plaatsvindt




Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Luchtpijp en bronchieën

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De luchtpijp splits in tweeën in....
A
Kraakbeenringen
B
Longblaasjes
C
Bronchiën

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Onderste luchtwegen
De luchtpijp, bronchiën, longen en de longblaasjes vormen de onderste luchtwegen.

De bovenkant van de luchtpijp sluit aan op het strottenhoofd. De onderkant splitst in de twee bronchiën. De ene gaat naar de rechter- de andere naar de linkerlong.

Net als de luchtpijp bevatten ook de bronchiën kraakbeenringen.
Kraakbeenringen
Ze zijn hoefijzervormig.
Hierdoor is de luchtpijp stevig en blijft deze open staan.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Longblaasje
Het longblaasje is de plek waar zuurstof het bloed in kan
Koolstofdioxide kan juist van het bloed naar het longblaasje
Via de longen en luchtpijp adem je koolstofdioxide uit

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Longblaasjes en longhaarvaten
De bronchiën vertakken zich in steeds kleinere buisjes. In de kleinste buisjes zitten spiertjes (geen kraakbeenringen). Aan het einde van de kleinste buisjes zitten de longblaasjes. Die liggen als trosjes bij elkaar.

Om de longblaasjes lopen heel veel kleine bloedvaten, dit noem je de longhaarvaten. De wand is maar 1 cel dik.

Slijmvlies dat in de luchtpijp, de bronchiën en de longblaasjes zit, produceert slijm. Daaraan blijven stofdeeltjes en ziekteverwekkers kleven. De trilharen verplaatsen het slijm naar de keelholte. Vervolgens wordt het slijm ingeslikt. Bij teveel slijm ga je hoesten en als je irriterende stoffen inademt doe je dat ook (bijv. bij roken).


Bloed
Zuurstofrijk naar alle cellen van je lichaam
1
Lucht
Zuurstofrijk naar de longblaasjes
2
Lucht
Zuurstofarm, koolstofdioxiderijk wordt uitgeademd

3
Bloed
Zuurstofarm, koolstofdioxiderijk komt van al je lichaamscellen terug naar de longblaasjes

4
Longblaasje
5
Longhaarvat

6
1
2
3
4

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Gaswisseling
De wanden van de longblaasjes en de longhaarvaten zijn heel dun, zuurstof en koolstofdioxide kan er doorheen. 

Bij inademing komt er veel lucht met zuurstof in de longblaasjes. De zuurstof wordt dan afgegeven aan de longhaarvaten. 

In de longhaarvaten zit bloed, dat vervoert het zuurstofrijke bloed naar alle lichaamscellen. In de cellen vindt verbranding plaats, daarbij wordt de zuurstof gebruikt en ontstaat koolstofdioxide. 
De bloedvaten vervoeren het zuurstofarme / koolstofdioxide rijke bloed terug naar de longen. Via de longhaarvaten vindt er uitwisseling plaats met de longblaasjes. 
De gebruikte lucht wordt uitgeademd.
Longhaarvat
Longblaasje
Gaswisseling: 
Er kan zuurstof en koolstofdioxide door de wanden van de longblaasjes en de haarvaten. 
De longblaasjes hebben samen een enorme oppervlakte.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

                                 
In de longblaasjes vindt uitwisseling plaats van zuurstof en koolstofdioxide.
Het zuurstof wordt door het bloed naar alle cellen vervoerd. 
In de cellen vindt verbranding plaats waardoor koolstofdioxide vrij komt.
Om de longblaasjes liggen hele dunne bloedvaatjes, de longhaarvaten.
Zuurstof wordt via de longen opgenomen. Als het in de longblaasjes aankomt, wordt het in de longhaarvaten opgenomen. Koolstofdioxide gaat vanuit de longhaarvaten terug naar de longblaasjes en adem je uit.
De uitwisseling van gassen noem je gaswisseling
1
Ingeademde lucht met

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

In welk onderdeel kan zuurstof in het bloed komen?
A
Longen
B
Luchtpijp
C
Bronchiën
D
Longblaasjes

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

1. Zitten aan het uiteinde van de fijne buisjes in de longen ......

2. De luchtpijp splitst zich in twee ....

A
1. bronchiën 2. vertakkingen
B
1. haarvaten 2. longblaasjes
C
1. slijmvliezen 2. haarvaten
D
1. longblaasjes 2. bronchiën

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

1. Aan het slijm blijven ziekteverwekkers en ...... kleven.

2. Ligt aan de voorkant in je hals .....
A
1. haarvaten 2. slokdarm
B
1. stofdeeltjes 2. slokdarm
C
1. stofdeeltjes 2. luchtpijp
D
1. gassen 2. luchtpijp

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions