3.3 Geloven of niet geloven

Sleep de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Roversbendes trekken stelend en moordend rond.
Weinig mensen durven te reizen; ook handelaren niet.
Daardoor wordt het heel onveilig in het land.
Daardoor is er steeds minder handel.
De Romeinen trekken zich terug uit Nederland.
1 / 20
next
Slide 1: Drag question
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Sleep de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Roversbendes trekken stelend en moordend rond.
Weinig mensen durven te reizen; ook handelaren niet.
Daardoor wordt het heel onveilig in het land.
Daardoor is er steeds minder handel.
De Romeinen trekken zich terug uit Nederland.

Slide 1 - Drag question

Welk beroep hadden de meeste mensen in de middeleeuwen?
A
Ridder
B
Monnik
C
Boer
D
Handelaar

Slide 2 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste plaats. Je houdt enkele woorden over.
De meeste boeren in de middeleeuwen waren..
Sommige boeren waren rijk en..
Die hadden vaak ............ grond.
Zo'n rijke boer noem je een..
heer
veel
arm
machtig
rijk
weinig

Slide 3 - Drag question

Welke zin past niet bij een horige?
A
Ik werk op het land van mijn heer.
B
De heer beschermt mij tegen rovers.
C
Iedere boer doet wat ik van hem vraag.
D
Ik ben geen vrij man meer.

Slide 4 - Quiz

Sleep de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
De boer wordt dan een horige.
Zij vallen arme boeren aan.
De heer is de baas over hem en over zijn land.
Bendes trekken rovend door het land.
Die vragen daarom bescherming bij de heer.

Slide 5 - Drag question

Waar denk je aan bij monniken en kloosters?

Slide 6 - Mind map

Geloven of niet geloven
De tijd van monniken en ridders
Lezen leertekst op blz 102

Slide 7 - Slide

§3.3
Geloven of niet geloven
A
Een geloof voor iedereen
Leerdoel:
Je kan uitleggen dat het christendom steeds belangrijker werd
Begrippen:
heidenen
bekeren
B
In het klooster
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat er in kloosters gebeurde
Begrippen:
monniken
kloosters
C
Verschillende groepen
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke drie standen in de middeleeuwen leefden en wat zij deden
Begrippen:
stand
geestelijken
paus
adel

Slide 8 - Slide

De Germanen geloofden in natuurgoden.
Ze vereerden heilige bomen, stenen en waterbronnen.
Deze mensen werden door christenen heidenen genoemd.
Leerdoel:
Je kan uitleggen dat het christendom steeds belangrijker werd
Begrippen:
heidenen
bekeren
§3.3
Geloven of niet geloven
A
DeBoze burgers
Een geloof voor iedereen

Slide 9 - Slide

Sommige christenen wilden van deze mensen christenen maken. Ze wilden ze bekeren
  • Verhalen vertellen over Jezus
  • Germaanse heiligdommen vernielen
  • Heilige bomen omhakken
  • Doel: laten zien dat Germaanse goden niet bestaan
§3.3
Geloven of niet geloven
A
DeBoze burgers
Een geloof voor iedereen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Veel Germaanse feesten zijn opgenomen in het christendom:
  • Midwinterfeest ➩ kerst
  • Lentefeest ➩ zomer
§3.3
Geloven of niet geloven
A
DeBoze burgers
Een geloof voor iedereen

Slide 12 - Slide

In de 7e en 8e eeuw kwamen er monniken naar ons gebied:
  • een man die zich veel bezig houdt met geloof
  • wonen in kloosters
  • samenleven onder strenge regels:
    - 7x per dag bidden (ook 's nachts)
  • doel: mensen bekeren tot het christendom.
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat er in het klooster gebeurde.
Begrippen:
monniken
kloosters
§3.3
Geloven of niet geloven
B
DeBoze burgers
In het klooster

Slide 13 - Slide

In het klooster:
  • een kerk in de vorm van een kruis
  • slaapzalen dicht bij de kerk
  • werkzaamheden:
    - bijbel overschrijven
    - werken in de moestuin
    - zorgen voor de zieken
    - les geven (godsdienst, lezen, schrijven, rekenen)
    - voedsel en kleding uitdelen aan armen
§3.3
Geloven of niet geloven
B
DeBoze burgers
In het klooster

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

In de middeleeuwen was de bevolking opgedeeld in standen:
Een stand is een groep mensen met hun eigen taken.

1. geestelijken
2. adel
3. boeren

Leerdoel:
Je kan uitleggen welke drie standen in de middeleeuwen leefden en wat zij deden
Begrippen:
stand
geestelijken
§3.3
Geloven of niet geloven
C
DeBoze burgers
Verschillende groepen
 
paus
adel

Slide 16 - Slide

De eerste stand:

Geestelijken waren de mensen van de kerk:
- nonnen
- monniken
- priesters
- paus

Taak: bidden voor de mensen.

Zij waren de belangrijkste stand. Want het geloof was het aller belangrijkste in de middeleeuwen!

§3.3
Geloven of niet geloven
C
DeBoze burgers
Verschillende groepen

Slide 17 - Slide

De tweede stand:

Adel:
- hertog
- graaf
- ridder

Taak: mensen beschermen. 



§3.3
Geloven of niet geloven
C
DeBoze burgers
Verschillende groepen

Slide 18 - Slide

De derde stand:

boeren.

Taak: land bewerken en zorgen voor voedsel.

Werd je als boer geboren, dan zou je sterven als boer.



§3.3
Geloven of niet geloven
C
DeBoze burgers
Verschillende groepen

Slide 19 - Slide

Huiswerk

Slide 20 - Slide