This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Snelheid
Flow
Druk
Slag
m/s^3
m/s
W
N/m^2
D
Bar
m
Slide 2 - Drag question
Continuïteitswet
Q1 =Q2
Slide 3 - Slide
Continuïteitswet
Q1 =A * v1
Q1 =A1 * v1
Q2 =A2 * v2
Slide 4 - Slide
Een hydraulische cilinder moet met een snelheid van 0,04 meter per seconde uitgaan. De cilinder heeft een zuigerdiameter van 50 mm. De pomp die de cilinder aandrijft heeft een maximale werkdruk van 250 Bar.
Zet deze gegevens om in de waardes waarmee je moet rekenen.
Slide 5 - Open question
Een hydraulische cilinder moet met een snelheid van 0,04 meter per seconde uitgaan. De cilinder heeft een zuigerdiameter van 50 mm. De pomp die de cilinder aandrijft heeft een maximale werkdruk van 250 Bar.
Wat is de benodigde volumestroom die je de pomp moet leveren?
Slide 6 - Open question
Waardoor wordt de druk in een hydraulisch systeem bepaald?
Slide 7 - Open question
Drukval
T
Te hoge snelheid betekent een te grote drukval.
Slide 8 - Slide
Welke leiding- middellijn kies je?
vmax = 6 m/s
Q = 40 l/min
A
6 mm
B
8 mm
C
10 mm
D
12 mm
Slide 9 - Quiz
Wet van behoud van energie
Potentiële energie
statische druk + hoogte vloeistofkolom
Kinetische energie
stroomsnelheid en stuwdruk
Wet van behoud van energie:
als de snelheid toeneemt dan neemt de druk af
Slide 10 - Slide
Druk
Slide 11 - Slide
Wat kun je zeggen over de krachten als A1 = A2 = A3?