,

3.3 Water soms teveel

Par. 3: Water in natte gebieden
3.3 Water soms teveel

Op tafel:
Chromebook en schriften

Planning:
Herhaling 3.2
Uitleg 3.3 
Opdracht in tweetallen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Par. 3: Water in natte gebieden
3.3 Water soms teveel

Op tafel:
Chromebook en schriften

Planning:
Herhaling 3.2
Uitleg 3.3 
Opdracht in tweetallen

Slide 1 - Slide

1
2
3
4
5
6
7
De zon verwarmt de oceaan
Er ontstaan wolken
Er ontstaat neerslag 
Oceaanwater verdampt 
Water valt terug in de oceaan
Waterdamp koelt af
Waterdamp stijgt op

Slide 2 - Drag question

Loefzijde
Lijzijde
Droge 
Vochtige
Regenschaduw
Aanlandige wind

Slide 3 - Drag question

Warme en koude lucht botsen met elkaar
Warme lucht stijgt op. Daarboven koelt hij ook weer af. Door de afkoeling ontstaan druppels/regen 
De lucht wordt omhoog gestuwd, 
Door de afkoeling ontstaan druppels/regen 

Slide 4 - Drag question

Tropisch regenwoud
Nederland
Himalaya
Stijgingsregen
Stuwingsregen
Frontale regen

Slide 5 - Drag question

Welke drie soorten rivieren ken je? (herh. hfst. 1)

Slide 6 - Open question

Wat is het verschil tussen de lange- en de korte waterkringloop?

Slide 7 - Open question

Leerdoelen
  • Je weet welke gebieden grotere overstromingsrisico’s kennen.
  • Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van veel gebieden toeneemt.
  • Je kunt een aantal maatregelen beoordelen om overstromingsrisico’s te verkleinen.




Wat weet jij over overstromingen?

Slide 8 - Slide

Risicogebieden
  1. Rivier- en kustvlakten.
  2. Dal van een gebergte
  3. Gemengde rivieren
  4. Tropische orkaan gebieden
  5. Ontboste gebieden
  6. Bebouwde gebieden
  7. Dalende gebieden 

Groen = Natuurlijke oorzaak
Oranje = menselijke oorzaak

Slide 9 - Slide

1. rivier- kustvlakten
- Vaak bebouwd 
- Lager gelegen gebieden 
- Veel rivieren komen er soms samen (delta)
-Alleen beschermd door dijken en duinen 



70 procent van de wereldbevolking woont in rivier- en kustgebieden.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Leg uit waarom het overstromingsrisico voor Nederland groot is.

Slide 12 - Open question

2. Dal gebieden
Bergen zijn rotsachtig, water kan moeilijk infiltreren. 

Piekafvoer: verhoogde afvoer van de rivier
- korte tijd veel neerslag
- smeltwater in de zomer

Overstromingen in dalgebieden Azië

Slide 13 - Slide

Leg uit waarom dal gebieden een groot overstromingsrisico kennen.

Slide 14 - Open question

3. gemengde rivieren
Rivieren die in de lente/zomer smeltwater ontvangen en neerslag. 
Voorbeeld: de rijn

Slide 15 - Slide

Extra: Moesson

Slide 16 - Slide

Moesson
Hogedruk gebied: dalende lucht, beter weer
Lagedruk gebied:  stijgende lucht, slechter weer

Lucht stroomt altijd van hoge luchtdruk naar lage luchtdruk gebieden. 
Dus van teveel lucht, naar te weinig lucht.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

De moeson in India

Slide 20 - Slide

Plaats de luchtdrukgebieden:
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk

Slide 21 - Drag question

4. orkanen en tropische stormen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat is een orkaan?
Orkaan: zware storm die ontstaat boven zeewater dat minimaal 26,5 graden warm is

Slide 24 - Slide

Orkanen:
  • Harde wind --> blaast water naar de kust --> hoge golven
  • Regenbuien --> Aardverschuivingen
  • Overstromingen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Windkracht meten wij met de
Schaal van Beaufort
Aantekening

Slide 27 - Slide

Hoe meet je windsterkte
Normale windkracht --> Schaal van Beaufort 

Orkaankracht --> Saffir-Simpson schaal

Slide 28 - Slide

5. ontboste gebieden
Bomen en planten houden water vast en nemen water op. 
Bij ontboste gebieden lukt dit niet meer, het water stroom vrij naar het laagste punt. 

Slide 29 - Slide

Waar krijg je sneller te maken met een overstroming?
A
Stad
B
Platteland

Slide 30 - Quiz

6. Steden/verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.

-> kortere vertragingstijd (tijd om in rivier/\riool terecht te komen)  en piekafvoer 

Slide 31 - Slide

7. bodemdaling
Bodemdaling door het oppompen van 
grondwater. 

Ook inklinking bij veengronden

Slide 32 - Slide

check
  • Je weet welke gebieden grotere overstromingsrisico’s kennen.
  • Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van veel gebieden toeneemt.
  • Je kunt een aantal maatregelen beoordelen om overstromingsrisico’s te verkleinen.

Slide 33 - Slide

Opdracht 
Zoek in tweetallen een maatregel die is genomen tegen overstromingen. 
Dit mag op mondiaal of nationaal niveau zijn. 
1 voor de korte termijn
1 voor de lange termijn

Maak hier een korte aantekening van in je aantekeningen schrift. 
En geef je mening over de maatregel, vind je het goed/niet goed en waarom.
Maatregelen tegen overstromingen
Op korte termijn:
  • dijken, dammen en bufferbassins aanleggen;
  • het weer in het gehele stroomgebied in de gaten houden;
  • burgers voorlichten en trainen;
  • drinkwater en voedsel veiligstellen.


Op lange termijn:
de rivier niet langer opsluiten tussen dijken;
het versterkte broeikaseffect verminderen: zo voorkom je zeespiegelstijging en extremer weer;
een vestigingsbeleid waarbij mensen zoveel mogelijk geweerd of verplaatst worden uit risicogebieden.

Slide 34 - Slide

Huiswerk
Alle opdrachten van 3.3 zijn gemaakt, je kent ook de begrippen van 3.1 t/m 3.3

Slide 35 - Slide