§2 Zijn we gelijkwaardig? | Les 1

Pluriforme Samenleving
1 / 40
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Pluriforme Samenleving

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  1. Huiswerk
  2. Lesdoelen
  3. Instructie
  4. Aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

SOMtoday
  • Opdracht 9, 10 en 11 op pagina 188 en 189.
  • Let op! Beantwoord vragen volledig!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Oefenen: toetsvragen met bron! 
Opdracht 9a
=
Antwoorden (volledig) formuleren!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

24-01-2025

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Experts waarschuwen voor challenges op TikTok
Geef een (korte!) samenvatting van bron 9
Wat is de kern? Welke boodschap wordt gegeven?
Tip: leg de titel uit

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

9a) Beschrijf hoe groepsdruk van leeftijdgenoten ervoor
kan zorgen dat je meedoet aan een challenge die slecht
of ronduit gevaarlijk voor je is. Betrek in je antwoord de verschillende lagen van de identiteitsdriehoek van Hofstede.

Benoem welke 2 begrippen je moet kennen
om deze vraag te kunnen beantwoorden.

Slide 7 - Mind map

Groepsdruk & identiteitsdriehoek (van Hofstede)
Wat is 'groepsdruk'?
A
De vriendschap die je opbouwt in een groep
B
De druk die je voelt om niet buiten de groep te vallen
C
De druk die je voelt om een goede groepsleider te zijn
D
De haat die je onderling opbouwt in een groep

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Identiteitsdriehoek v. Hofstede
Cultuur
Menselijke natuur
Persoonlijkheid

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Verzamelde informatie:

Groepsdruk = de druk die je voelt om niet buiten de groep te vallen.

Kennis: identiteitsdriehoek van Hofstede
9a) Beschrijf hoe groepsdruk van leeftijdgenoten ervoor
kan zorgen dat je meedoet aan een challenge die slecht
of ronduit gevaarlijk voor je is. Betrek in je antwoord de verschillende lagen van de identiteitsdriehoek van Hofstede.

Beantwoord nu de vraag in je eigen woorden.

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Oefenen: toetsvragen met bron! 
Opdracht 9b
=
Meningvraag beantwoorden!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

9b = meningvraag!

Wat vind jij zelf van deze challenges? Welke waarde
ligt ten grondslag aan jouw mening hierover?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oefenen: toetsvragen met bron! 
Opdracht 10b
=
Complete antwoorden formuleren!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

10b) Is het bellen van de ouders wel of geen voorbeeld
van sociale controle? Beargumenteer je antwoord.

Benoem welk begrip je moet kennen
om deze vraag te kunnen beantwoorden.

Slide 14 - Mind map

Sociale controle
Wat is 'sociale controle'?
A
Dat mensen letten op hoe jij je gedraagt.
B
Dat mensen elkaars waarden controleren.
C
Dat iedereen zijn eigen belangen verdedigt.
D
Dat aangeboren eigenschappen worden afgeleerd.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

10b = beargumenteren!
10b) Is het bellen van de ouders wel of geen voorbeeld
van sociale controle? Beargumenteer je antwoord.

Sociale controle = Dat mensen letten op hoe jij je gedraagt.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oefenen: toetsvragen met bron! 
Opdracht 10c
=
Vragen ontleden: wat moet ik allemaal doen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

10c) Wat vind jij een passende sanctie voor
leerlingen die vapen op school? Geef ook aan
of het een formele of informele sanctie is, en
of het een positieve of negatieve sanctie is.

Benoem welke (3!) onderdelen je moet gebruiken
om deze vraag volledig te kunnen beantwoorden.

Slide 18 - Mind map

Passende sanctie
Formele of informele sanctie
Positieve of negatieve sanctie
10c = meningvraag!
Wat vind jij een passende sanctie voor
leerlingen die vapen op school? Geef ook aan
of het een formele of informele sanctie is, en
of het een positieve of negatieve sanctie is.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Oefenen: toetsvragen met bron! 
Opdracht 11a
=
Kennis uit de bron herkennen & gebruiken

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

11a) Leg aan de hand van het begrip ‘identiteit’ uit
waarom er naast de emoji’s met verschillende huidskleuren
en genders nu ook emoji’s komen voor zwangere mannen.

Benoem welke (2!) onderdelen je moet gebruiken
om deze vraag volledig te kunnen beantwoorden.

Slide 21 - Mind map

Begrip identiteit
Meer emoji's: zwangere mannen

Wat is WAAR over 'identiteit'?
A
Identiteit is alleen gebaseerd op je nationaliteit en afkomst.
B
Identiteit omvat een combinatie van persoonlijke ervaringen, cultuur, en sociale interacties.
C
Identiteit verandert nooit en blijft altijd hetzelfde gedurende je leven.
D
Identiteit is uitsluitend gerelateerd aan je beroep en financiële status.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waarom gebruiken mensen emoji's?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Verzamelde informatie:

Uit de vraag: Steeds meer verschillende emoji's, nu naast huidskleur ook zwangere mannen.
Uit de bron: Emoji's gebruik je om je communicatie te verduidelijken / kleur te geven aan je communicatie.
Identiteit = Een combinatie van persoonlijke ervaringen, cultuur, en sociale interacties.
11a) Leg aan de hand van het begrip ‘identiteit’ uit
waarom er naast de emoji’s met verschillende huidskleuren
en genders nu ook emoji’s komen voor zwangere mannen.

Beantwoord nu de vraag in je eigen woorden.

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

Oefenen: toetsvragen met bron! 
Opdracht 11b
=
Antwoorden beargumenteren!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Waar kun je het gebruik van deze emoji’s
plaatsen in de identiteitsdriehoek van Hofstede?

Zorg dat je je antwoord kunt toelichten!
Persoonlijkheid
Cultuur
Menselijke Natuur

Slide 26 - Poll

This item has no instructions

  1. Huiswerk
  2. Lesdoelen
  3. Instructie
  4. Aan de slag

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

§2 | Zijn we gelijkwaardig?
Lesdoelen:
- Je kunt uitleggen hoe discriminatie, stereotypen
   en vooroordelen met elkaar samenhangen.
- Je kunt oorzaken en gevolgen van discriminatie herkennen en benoemen.
- Je kunt uitleggen waarom xenofobie en intolerantie
   het risico op discriminatie vergroten. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

  1. Huiswerk
  2. Lesdoelen
  3. Instructie
  4. Aan de slag

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat is discriminatie?

A
Verschil maken tussen mensen
B
Verschil maken tussen mensen op basis van niet-belangrijke kenmerken
C
Verschil maken tussen mensen op basis van belangrijke kenmerken
D
Verschil maken tussen mensen in verschillende situaties

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Gedrag & Identiteit

  • Door socialisatie leer je               de cultuur van de groep(en)     waartoe je behoort.

  • Door socialisatie ontwikkel           je een persoonlijke en             sociale identiteit.
het beeld dat je van jezelf hebt en naar anderen uitdraagt
je voelt je verbonden met de groepen waar je deel van uit maakt. Je voelt je bijvoorbeeld Nederlander, Drenth, en foodie
Alle mensen delen deze behoeften. Je wil ergens bij horen, leert door imitatie, en wordt verliefd

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat is
'normaal' gedrag?

Slide 32 - Mind map

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Waar denk jij aan bij een 'stereotype'? (houd het netjes!)
Omdat we allemaal een andere 'socialisatie' doormaken begrijpen we niet ieder gedrag van anderen even goed. 

Hierdoor ontstaan 'stereotypen'
om nieuwe sociale situaties zo voorspelbaar mogelijk te maken.

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Stereotypen kunnen makkelijk leiden tot vooroordelen. Wat is een vooroordeel?
A
Een duidelijke mening hebben over iemand.
B
Een mening hebben die je niet durft te zeggen.
C
Een mening over iemand hebben zonder de feiten te kennen.
D
Een mening over iemand met heldere argumenten

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Iedereen krijgt/heeft te maken met vooroordelen.
Benoem een situatie...
waarin jij een vooroordeel had over iemand
OF 
waarin iemand een vooroordeel had over jou
(houd het netjes!)

Slide 36 - Mind map

This item has no instructions


Wat is het verband tussen stereotypen, vooroordelen en discriminatie?
A
Discriminatie zorgt voor stereotypen en vooroordelen
B
Vooroordelen zijn onder andere gebaseerd op een stereotype beeld en kan leiden tot discriminatie
C
Stereotypen zijn gebaseerd op vooroordelen en kunnen leiden tot discriminatie.
D
Stereotypen zijn vooroordelen, zoals 'alle Amerikanen zijn dom'

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

§2 | Zijn we gelijkwaardig?
Lesdoelen:
- Je kunt uitleggen hoe discriminatie, stereotypen
   en vooroordelen met elkaar samenhangen.
- Je kunt oorzaken en gevolgen van discriminatie herkennen en benoemen.
- Je kunt uitleggen waarom xenofobie en intolerantie
   het risico op discriminatie vergroten. 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

  1. Huiswerk
  2. Lesdoelen
  3. Instructie
  4. Aan de slag

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

§2 | Zijn we gelijkwaardig?
Maken:
- Opdracht 1 t/m 4 op pagina 195.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions