Ballondebat

Ballondebat
Nodig:
1 klein briefje per persoon
pennen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ballondebat
Nodig:
1 klein briefje per persoon
pennen

Slide 1 - Slide

Doel
intro van het leren debatteren

Goede argumenten bedenken

Creatief met taal

Slide 2 - Slide

1. Wie ben je?
Kies een Disneypersonage: 
Kies een personage dat iedereen kent om je kans te vergroten
Jij bent vanaf nu dit personage. Denk en reageer als dit personage. Leef je in!

Schrijf je personage op het uitgedeelde blaadje + je eigen naam

Slide 3 - Slide

Situatie
Plaats: een heteluchtballon

Probleem: hij zakt langzaam naar beneden

Oplossing: Er moeten mensen uit

Slide 4 - Slide

2. Voorbereiding
Bedenk minstens drie argumenten waarom jij (jouw personage) zeker niet overboord moet.

(5 minuten)

Tip: Je mag een kladblaadje maken met aantekeningen
timer
5:00

Slide 5 - Slide

3. Debatteer


  • Eerste ronde (even oefenen) maak zelf een groepje van 5 mensen.
  • Ieder houdt zijn verhaal. Waarom ben ik onmisbaar? Geef argumenten. 
  • De anderen luisteren aandachtig. Reageer niet op elkaar.


Slide 6 - Slide

3. debatteer
  • Nu trekken we 5 briefjes om naar voren te komen
  • we trekken ook 5 briefjes voor de jury
  • De mensen die gaan vertellen waarom zij niet uit de ballon gegooid moeten worden vertellen om beurten hun argumenten. 
  • De juryleden bedenken hun top 3 en schrijven die anoniem op.

Slide 7 - Slide

4. Geef elkaar punten
Geef 3  punten aan degene die jij het beste vond.
Geef  2 punten aan de een na beste.
Geef 1 punt aan de twee na beste.

Schrijf je punten met de naam op een briefje (ANONIEM)
Vouw het briefje dicht en leg het in het midden.


Slide 8 - Slide

Wie moeten springen en wie blijft over?
Tel de punten.

Degene met de meeste punten blijft in de luchtballon.
Wie?
1e plaats = 3 punten
2e plaats = 2 punten
3e plaats = 1 punt


Slide 9 - Slide

Tweede ronde
Winnaars van de eerste ronde.
Geef aan waarom de ander uit de ballon moet.
Rest van de groep is jury. Stemmen met hand opsteken.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide