De moeder van een lief meisje is ernstig ziek. Vlak voor ze overlijdt vertelt ze haar dochter altijd goed te zijn voor een ander. Na het overlijden van de moeder trouwt de vader met een andere vrouw. Zij heeft al twee dochters. Beiden zo lelijk als de nacht en aartslui. Het meisje moet al het werk doen en slaapt naast de kachel in de as. Daarom wordt ze Assepoester genoemd.
Op een dag geeft de prins een groot feest omdat hij op zoek is naar een meisje om mee te trouwen. De twee stiefdochters gaan natuurlijk heen. Assepoester vraagt of ze ook mee mag.
Dat mag pas als ze alle klusjes af heeft. Ze werkt zich een slag in de rondte, maar
krijgt er steeds klusjes bij. Verdrietig blijft Assepoester dan ook achter.