Verslaving

Verslaving
Team onderwijs@zorg
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Verslaving
Team onderwijs@zorg

Slide 1 - Slide

Hoe werkt een verslaving?
Verslaving ontstaat als gevolg van herhaald gebruik van bepaalde middelen of activiteiten die een gevoel van plezier, beloning of ontsnapping geven. Het gebruik van deze middelen kan op den duur leiden tot veranderingen in de hersenen, waardoor het steeds moeilijker is om te stoppen met het gebruik ervan.

Verslaafd aan alcohol, drugs, gamen, gokken of medicijnen
Team onderwijs@zorg  -  Opleiding Verzorgende IG - BBL

Slide 2 - Slide

Kenmerken van een verslaving
Verslaving bestaat uit een aantal symptomen, zoals:
  • Verlangen, dat noemen we ook wel zucht, trek of drang. Om te drinken, gebruiken of gokken
  • Tolerantie: steeds meer nodig hebben voor hetzelfde effect
  • Mislukte pogingen om te stoppen
  • Ontwenningsverschijnselen: je voelt je onrustig en/of ziek als je niet drinkt, gebruikt of gokt
Team onderwijs@zorg  -  Opleiding Verzorgende IG - BBL

Slide 3 - Slide

Middelenverslaving
Verslavende middelen, zoals alcohol en drugs, worden door mensen gebruikt om hun stemming te veranderen of om zich beter te voelen. Maar het gebruik van deze middelen kan ook leiden tot verslavings- en gezondheidsproblemen, zoals geheugenverlies, hartproblemen en psychische stoornissen. 
Team onderwijs@zorg  -  Opleiding Verzorgende IG - BBL

Slide 4 - Slide

Alcoholverslaving
Bij drankverslaving is er sprake van een lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid. Je krijgt last van fysieke ontwenningsverschijnselen wanneer je niet drinkt, bijvoorbeeld trillende handen of veel zweten. Ook heb je het idee dat je niet zonder drank kunt. Je denkt dat je alleen kunt ontspannen met alcohol, of je drinkt om problemen te vergeten. 
Team onderwijs@zorg  -  Opleiding Verzorgende IG - BBL

Slide 5 - Slide

Alcoholverslaving
Bij drankverslaving is er sprake van een lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid. Je krijgt last van fysieke ontwenningsverschijnselen wanneer je niet drinkt, bijvoorbeeld trillende handen of veel zweten. Ook heb je het idee dat je niet zonder drank kunt. Je denkt dat je alleen kunt ontspannen met alcohol, of je drinkt om problemen te vergeten. 
Team onderwijs@zorg  -  Opleiding Verzorgende IG - BBL

Slide 6 - Slide

Web
  • https://www.brijder.nl/hulp-bij-verslaving/middelen/alcohol
  • https://www.brijder.nl/hulp-bij-verslaving/middelen/cannabis
  • https://www.brijder.nl/hulp-bij-verslaving/middelen/cocaine
  • https://www.brijder.nl/hulp-bij-verslaving/middelen/designerdrugs
  • https://www.brijder.nl/hulp-bij-verslaving/middelen/ghb
  • https://www.brijder.nl/hulp-bij-verslaving/middelen/heroine
  • https://www.brijder.nl/hulp-bij-verslaving/middelen/ketamine
  • https://www.brijder.nl/hulp-bij-verslaving/middelen/lachgas
  • https://www.brijder.nl/hulp-bij-verslaving/middelen/speed
  • https://www.brijder.nl/hulp-bij-verslaving/middelen/xtc

  • https://www.brijder.nl/hulp-bij-verslaving/gamen-en-gokken
Team onderwijs@zorg  -  Opleiding Verzorgende IG - BBL

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
Team onderwijs@zorg  -  Opleiding Verzorgende IG - BBL

Slide 8 - Slide

Tips voor omgaan met cliënten met autisme
Probeer het voornaamste informatiekanaal van de persoon met autisme te leren kennen (zicht, tast, reuk, gehoor).
Vaak werkt beeldtaal (pictogrammen) beter dan gesproken taal. Veel mensen met autisme zijn eerder visueel dan auditief ingesteld.
Wees mede daarom concreet in je taalgebruik.
Vermijd beeldspraak.
Volg de patronen van de ander, ze verbreken kan ernstige paniek teweegbrengen.
Team onderwijs@zorg  -  Opleiding Verzorgende IG - BBL
1.

2.

3.
4.
5.

Slide 9 - Slide

Vervolg
Maar ga niet (te veel) over je eigen grenzen bij het volgen van alle patronen van de ander.
Probeer rustig en duidelijk uit te leggen waarom het onmogelijk is te voldoen aan dat wat de ander wenst of wil. Gebruik daarbij zakelijke argumenten (tijd, middelen), vermijd emotionele argumenten. Gebruik beperkt relationele argumenten.
Houd voor ogen dat de ander slecht kan invoelen. Dat is geen onwil, maar onvermogen.
Probeer je eigen normen niet leidend te laten zijn bij hoe de ander zijn leven vormgeeft.
Vermijd indringend oogcontact.
Team onderwijs@zorg  -  Opleiding Verzorgende IG - BBL
6.

7.



8.

9.

10.

Slide 10 - Slide