Probeer het voornaamste informatiekanaal van de persoon met autisme te leren kennen (zicht, tast, reuk, gehoor).
Vaak werkt beeldtaal (pictogrammen) beter dan gesproken taal. Veel mensen met autisme zijn eerder visueel dan auditief ingesteld.
Wees mede daarom concreet in je taalgebruik.
Vermijd beeldspraak.
Volg de patronen van de ander, ze verbreken kan ernstige paniek teweegbrengen.