Samenvatting

                          
                            Aardrijkskunde
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                          
                            Aardrijkskunde

Slide 1 - Slide

Programma
LessonUp
Samenvatting steden
Toetsvragen
Tijd om te leren

Slide 2 - Slide

Wat en hoe te leren?
  • Alle leerstof uit de lessen.
  • Uit het boek paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3.
  • Kijk ook even naar paragraaf 2.5. Dit is geen echte toetsstof, maar kan je wel helpen met begrijpen hoe steden in Nederland tot elkaar in verhouding staan.
  • Gebruik de leerdoelen die bij je opdrachten staan en die bij je boek staan.
  • Speel zelf docent. Probeer bijvoorbeeld je ouders uit te leggen hoe een wereldstad verschilt van een megastad.
  • Teksten doorlezen heeft niet zoveel zin. Probeer zelf (moeilijke) toetsvragen te bedenken en te beantwoorden met de tekst. Daar leer je meer van.

Slide 3 - Slide

Spreiding van steden
  • Argumenten voor de spreiding van steden zijn in twee categoriën te verdelen. Welke?
  • Waarom wijken veel steden in Afrika en Zuid-Amerika hier vanaf?

Slide 4 - Slide

Geofactoren

  • Het klimaat moet gunstig zijn
Bij de ligging van steden

Slide 5 - Slide

Geofactoren

  • Het klimaat moet gunstig zijn
  • Er moet niet teveel relief zijn
Bij de ligging van steden

Slide 6 - Slide

Geofactoren

  • Het klimaat moet gunstig zijn
  • Er moet niet teveel relief zijn
  • In de omgeving is vruchtbare grond
Bij de ligging van steden

Slide 7 - Slide

Geofactoren

  • Het klimaat moet gunstig zijn
  • Er moet niet teveel relief zijn
  • In de omgeving is vruchtbare grond
  • Een rivier in de buurt is goed voor handel
Bij de ligging van steden

Slide 8 - Slide

Geofactoren

  • Het klimaat moet gunstig zijn
  • Er moet niet teveel relief zijn
  • In de omgeving is vruchtbare grond
  • Een rivier in de buurt is goed voor handel
Site
Situation

Slide 9 - Slide

Geofactoren

  • Het klimaat moet gunstig zijn
  • Er moet niet teveel relief zijn
  • In de omgeving is vruchtbare grond
  • Een rivier in de buurt is goed voor handel


  • Aan handelsroutes!
Site
Situation

Slide 10 - Slide

Geofactoren

  • Het klimaat moet gunstig zijn
  • Er moet niet teveel relief zijn
  • In de omgeving is vruchtbare grond
  • Een rivier in de buurt is goed voor handel


  • Aan handelsroutes!
  • Niet te ver van, maar ook niet te dicht bij andere steden
Site
Situation

Slide 11 - Slide

Hoe zat dat nou in Afrika en Zuid-Amerika?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Verstedelijking

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Segregatie

Slide 22 - Slide

Oefenvragen

Slide 23 - Slide

In veel ontwikkelingslanden heb je één primate city.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

In westerse steden zit de meeste industrie in het CBD.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

site
situation
Hoeveel reliëf is er?
Welke plaatsen zitten in de buurt?
Kun je makkelijk naar het buitenland?
Is er een rivier?
Valt er nog wat
te handelen?
In de buurt is een gigantisch industriecomplex

Slide 26 - Drag question

Veel steden in ontwikkelingslanden liggen aan de kust, omdat zij in de koloniale tijd het doorgeefluik vormden van de kolonie naar het westerse moederland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Aan de buitenkant van een westerse stad liggen ruim opgezette woonwijken met laagbouw; de suburbs.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Niet-westerse steden zijn vaak razendsnel en vaak zonder enige planning gegroeid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Gebouwd rondrond 1960. Nederland in de 2/3e DTM fase, bevolkingsexplosie
Oudste deel van de stad, dat is gebouwd in de middeleeuwen.
De woningwet werd ingevoerd. Huizen moesten beter en comfortabeler
Hier woonde vroeger de mensen die werkte in de fabrieken.

Slide 30 - Drag question

Hoogbouw!
Oude gebouwen en monumentale panden
Bescheiden maar fatsoenlijke rijtjeshuizen
Kleine huizen. Vaak gentrificatie

Slide 31 - Drag question

Een hoog verstedelijkingstempo betekent dat de stedelijke bevolking afneemt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Rijke landen zijn sterk verstedelijkt, maar het aandeel van de stadsbevolking neemt er nauwelijks toe.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Verhuizen naar de stad
Vertrekken uit de stad
Vervallen wijken opknappen
Gezinnen met jonge kinderen
Jonge mensen met een baan
Werkzoekenden of studenten

Slide 34 - Drag question

Voor de toets
Goed leren! En neem je werkboekje mee. Deze moet je inleveren. Delen kwijt? Lever in wat je hebt.

Slide 35 - Slide

3
2
1
Wat ga jij scoren?
4
5
6
7
8
9
10

Slide 36 - Drag question