This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
https:
Slide 1 - Link
Planning
- LZ: BS 5 Ongeslachtelijke voortplanting
M: BS 5 opdr 1 t/m 9
M: test jezelf BS 5
-Volgende week BS 6 Geslachtelijke voortplanting
-inleveren PO
Slide 2 - Slide
Is er bij een kruisbestuiving sprake van geslachtelijke voortplanting of van ongeslachtelijke voortplanting?
A
Geslachtelijke Voortplanting
B
Ongeslachtelijke Voortplanting
Slide 3 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van ongeslachtelijke voortplanting? voortplanting door:
A
stekken
B
bollen
C
bloemen
D
knollen
Slide 4 - Quiz
Vindt bij deze aardbeiplant geslachtelijke voortplanting plaats? En ongeslachtelijke voortplanting?
A
alleen geslachtelijk
B
alleen ongeslachtelijk
C
allebei
D
geen van beiden
Slide 5 - Quiz
Een bloemkweker die de perfecte roos heeft gekweekt zal deze vermeerderen door:
A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting
Slide 6 - Quiz
Juist of onjuist: Bij ongeslachtelijke voortplanting vindt altijd bevruchting plaats.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Door geslachtelijke voortplanting ontstaan organismen met nieuwe combinaties van chromosomen
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
De leerdoelen voor deze les:
-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert.
-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
Slide 9 - Slide
Mitose.
Eerst nog even ongeslachtelijke voortplanting: Geen voortplantingscellen nodig, geen bevruchting nodig. Nakomelingen hebben zelfde eigenschappen want..... (zie plaatje)
Wel celdeling. Dit noemen we de gewonde celdeling (mitose).
Slide 10 - Slide
Meiose
En dan nu de gelachtelijke voortplanting: Wel voortplantingscellen nodig, wel bevruchting nodig. Nakomelingen hebben niet dezelfde eigenschappen want..... (zie plaatje)
Speciale celdeling nodig om voortplantingscellen te maken. Dit noemen we meiose
Slide 11 - Slide
gewone celdeling
Meiose
Even vergelijken
Slide 12 - Slide
Geslachtscellen
Bij de plant zijn de mannelijke voortplantingscellen de stuifmeelkorrels en de vrouwlijke voortplantingscellen zijn de eicellen.
Slide 13 - Slide
Bij geslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen niet precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders.
Slide 14 - Slide
Een cel in de stengel van een narcis heeft 28 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft een stuifmeelkorrel van deze narcis?
A
28
B
56
C
14
D
dat kun je niet weten
Slide 15 - Quiz
Een stuifmeelkorrel van een margriet heeft 10 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft de bevruchte eicel van de margriet?
A
5
B
10
C
15
D
20
Slide 16 - Quiz
Na de meiose hebben de dochtercellen de helft van de chromosomen.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
Waarom is het van belang dat er nieuwe combinaties van chromosomen (DNA) en dus van eigenschappen ontstaan?
Slide 18 - Open question
0
Slide 19 - Video
Welke 2 onderdelen hebben de helft van het aantal chromosomen?