This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Lezen blok 2 alineaverbanden en signaalwoorden
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
vraag 1: Je kunt verbanden tussen alinea's aangeven door signaalwoorden en signaalzinnen te gebruiken. Noem nog twee manieren om zinnen of alinea's met elkaar te verbinden.
Slide 3 - Open question
Verbindingsmanieren (p. 131)
Alinea's zijn vaak aan elkaar verbonden. Zo krijg je samenhang en niet allemaal op zichzelf staande stukjes tekst.
HOE?
d.m.v. een signaalzin (aankondigend of terugblikkend);
d.m.v. een signaalwoord;
d.m.v. een herhaling van woorden of woordgroepen;
d.m.v. een overgangszin met verwijzing (verwijswoord).
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Heb je wat nieuws geleerd?
De meeste theorie was helemaal nieuw voor mij.
Sommige theorie was helemaal nieuw voor mij.
Alles wat is behandeld wist ik nog van vorig schooljaar
Slide 9 - Poll
Signaalwoorden (p. 132-133)
Een signaalwoord maakt duidelijk wat de functie van de alinea's t.o.v. elkaar is en hoe zinnen met elkaar in verband staan.
Slide 10 - Slide
Vraag 2: Schrijf van de onderstaande zin de signaalwoorden op.. Achter de zin staat hoeveel signaalwoorden erin voorkomen.
2A: Twee dingen tegelijk doen lijkt zo efficiënt, maar in werkelijkheid maakt het ons moe, slordig en ook nog eens ongelukkig. (3x)
Slide 11 - Open question
Schrijf van de onderstaande zin de signaalwoorden op.. Achter de zin staat hoeveel signaalwoorden erin voorkomen.
2B: Er zijn situaties waarin iedereen goed kan multitasken én er voordeel van heeft. Als je maar weet wanneer je het beter wel en niet kunt doen. (3x)
Slide 12 - Open question
Schrijf van de onderstaande zin de signaalwoorden op.. Achter de zin staat hoeveel signaalwoorden erin voorkomen.
2C: In principe is ons brein niet gemaakt om te multitasken, omdat we onze volle aandacht nu eenmaal slechts op één ding tegelijk kunnen richten. (2x)
Slide 13 - Open question
Sleep de signaalwoorden naar het juiste verband
timer
3:00
opsommend
voorwaardelijk
chronologisch
doel-middel
reden
toelichtend
oorzakelijk
tegenstellend
en
ook
maar
als
wanneer
om te
omdat
eerst
daarna
zo
als gevolg daarvan
toch
Slide 14 - Drag question
Heb je wat nieuws geleerd?
De meeste theorie was helemaal nieuw voor mij.
Sommige theorie was helemaal nieuw voor mij.
Alles wat is behandeld wist ik nog van vorig schooljaar
Slide 15 - Poll
Heb je nog een vraag over alineaverbanden en/of signaalwoorden?