week 7 les 1

Lezen 
- Leg je werkboek, etui en laptop alvast op tafel. 
- Start na het lezen meteen je laptop op. 
timer
8:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen 
- Leg je werkboek, etui en laptop alvast op tafel. 
- Start na het lezen meteen je laptop op. 
timer
8:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
- Leerdoel bespreken

- instructie

- zelfstandig werken 

- afsluiter?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel

  • Je weet het verschil tussen enkelvoud en meervoud.

  • Je kunt meervouden op -en en -s goed spellen.






Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat bedoelen we met "meervoud"?
Leg uit en noem voorbeelden.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

  1. Meervoud op -en
    stoelen, katten, beren
  2. Meervoud op -s
  3. vogels, toffees
  4. Meervoud op 's
    oma's
  5. Meervoud met een trema zee - zeeën

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoud - meervoud
De meeste zelfstandig naamwoorden kun je in enkelvoud 
en meervoud zetten.

 Bij het enkelvoud is er één van iets, 
bij het meervoud is er méér van iets.



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker
krijgen meestal -en in het meervoud.

Als het voor de uitspraak nodig is, verdubbel je 
de medeklinker of verenkel je de klinker.

kat - katten (niet: *katen), 
beer - beren (niet *beeren)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Meervoud op -s
1. Veel woorden eindigen in het meervoud op een  -s.
Bijvoorbeeld: vogel - vogels, bezem - bezems

2. Ook woorden die eindigen op een klinker
krijgen in het meervoud -s
Bijvoorbeeld: niveau - niveaus, toffee - toffees 

Slide 8 - Slide

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Typ een woord dat in het meervoud eindigt op een ..... -s.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Let op!
Eindigt een woord op een enkele 
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.
Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 10 - Slide

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Typ een woord dat in het meervoud eindigt op ....... 's.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Bij sommige zelfstandig naamwoorden verandert een letter als je het meervoud schrijft:


muis - muizen
boef - boeven

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nog een paar voorbeelden
Bij sommige zelfstandig naamwoorden verandert een letter als je het meervoud schrijft:


laars- laarzen
vaas- vazen

uitzonderingen: mensen- wensen - kaarsen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Even testen.....
Doe lekker mee!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is de meervoudsvorm
van het woord avocado?

Slide 15 - Open question

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'o'.
Wat is de meervoudsvorm van het woord machine?

Slide 16 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een klinker.
Wat is de meervoudsvorm
van het woord paardenbloem?

Slide 17 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker.
Wat is de meervoudsvorm van het woord dadel?

Slide 18 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker, maar de klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep: dá-del. 
Maar hoe schrijf ik dan het meervoud van zee?
A
zeeen
B
zeën
C
zeeën
D
zeen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf het meervoud op van:
aap

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Zelfstandig werken op bladzijde 228 en 229 (fw)
- Maak opdracht 3 t/m 7 

- Kijk je werk na.

- Klaar? Ga nog even lezen, puzzelen of tekenen. Hou het lekker rustig. 

- Afsluiter?
timer
15:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions