5.2

5.2
Klimaten
1 / 38
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.2
Klimaten

Slide 1 - Slide

Welke factoren zijn van invloed op het klimaat?
1. Breedteligging (ligging t.o.v. de evenaar) --> hoe dichter bij de evenaar, hoe warmer
2. Hoogteligging --> hoe hoger, hoe kouder
3. Ligging t.o.v. zee/oceaan --> hoe dichter bij zee, hoe gematigder (mits de wind aanlandig is)

Slide 2 - Slide

Kennen; klimaatsysteem van Köppen
A --> tropisch
B --> droog
C --> gematigd / maritiem
D --> land
E --> koud / polair

Kleine letters f, s & w alleen bij klimaten met (veel) neerslag

Slide 3 - Slide

Aflezen van een klimaatdiagram

Slide 4 - Slide

A-klimaat
B-Klimaat
C-klimaat
D-klimaat
E-klimaat
Pool
Toendra
Hooggebergte
Mediterraan
Zeeklimaat
Steppe
Woestijn
Savanne
Regenwoud
Landklimaat

Slide 5 - Drag question


A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Land klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 6 - Quiz

Welk klimaat is dit?
A
Aw
B
BS
C
Cf
D
Af

Slide 7 - Quiz

A-klimaat
B-klimaat
C-klimaat
D-klimaat
E-klimaat
droog klimaat
land klimaat
gematigd klimaat
tropisch klimaat
pool klimaat

Slide 8 - Drag question

Welk klimaattype volgens het systeem van Köppen heeft Rusland?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 9 - Quiz

Wat voor klimaatcode van Köppen is er in de Sahara?
A
Af
B
ET
C
BW
D
BF

Slide 10 - Quiz

Welke letters horen bij het zeeklimaat met het hele jaar neerslag volgens Köppen?
A
Bs
B
Cf
C
Cs
D
Dw

Slide 11 - Quiz

Welk klimaat heeft Nederland volgens het klimaatsysteem van Köppen?
A
Cf
B
Cs
C
Cw
D
Df

Slide 12 - Quiz

Wat voor klimaat zie je hier volgens Koppen?
A
Af
B
EH
C
EF
D
ET

Slide 13 - Quiz

Wat voor klimaat volgens Koppen zie je hier?
A
BW
B
BS
C
BF
D
BD

Slide 14 - Quiz

Welke hoofdletter uit het klimaatsysteem van Koppen is anders dan de anderen?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 15 - Quiz

Welk klimaat is hier?
A
BS
B
BW
C
Cw
D
Af

Slide 16 - Quiz

Noteer de letters volgens het Köppensysteem: Tropisch klimaat waar het hele jaar neerslag valt (let op hoofdletters en kleine letters)

Slide 17 - Open question

Koele zomer, zachte winter (gemiddeld niet kouder dan -3), het hele jaar valt neerslag

Slide 18 - Open question

De temperatuur is enkele maanden per jaar boven 0, maar niet meer dan 10 graden. Er groeit mos.

Slide 19 - Open question

In de winter is het gemiddeld -8 graden. In de zomer is het gemiddeld 20 graden. In de winter valt geen neerslag

Slide 20 - Open question

Er valt minder dan 200 mm neerslag per jaar. De dag- en nachttemperatuur verschilt enorm

Slide 21 - Open question


Slide 22 - Open question


Slide 23 - Open question


A
ET
B
EF
C
EH
D
Et

Slide 24 - Quiz


A
Cf
B
Df
C
Af
D
Ef

Slide 25 - Quiz

Welke hoofdletter krijgt het landklimaat volgens Köppen?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 26 - Quiz


A
Cw
B
Dw
C
Cf
D
Df

Slide 27 - Quiz


A
BS
B
Cw
C
Cs
D
BW

Slide 28 - Quiz


A
BS
B
ET
C
Df
D
EF

Slide 29 - Quiz


A
Cf klimaat
B
Cs klimaat
C
Cw klimaat
D
Dw klimaat

Slide 30 - Quiz


A
Cs
B
Cw
C
Ds
D
Dw

Slide 31 - Quiz


A
Cs
B
Cw
C
Ds
D
Dw

Slide 32 - Quiz


A
Af
B
As
C
Aw
D
AW

Slide 33 - Quiz


A
Cs
B
Cw
C
BW
D
Ds

Slide 34 - Quiz


A
ET
B
EF
C
EH
D
Et

Slide 35 - Quiz


A
Af
B
As
C
Cs
D
Aw

Slide 36 - Quiz


A
EF
B
EH
C
ET
D
Et

Slide 37 - Quiz


A
Cs
B
Cw
C
Df
D
Dw

Slide 38 - Quiz