grammaire être

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

plattegrond?

BONJOUR ET BIENVENUE

Bonjour

et 

bienvenue!!

Aujourd'hui

• La tâche de début
• grammaire: être
• Au travail! Fait les exercices
• Lesafsluiting/nabespreken

la tâche de début

1. Pak allemaal je naambordje (je m'appelle...../j'habite à .......)

2. Vertaal de Franse woorden/zinnen naar het Nederlands: Je mag overleggen in tweetallen

• ça va?
• Je suis Néerlandaise
• Je peux aller aux toilettes?
• Il est un garçon français.

Prenez ton chromebook

Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.

Exercice 8A

De volgende zinnen komen uit de tekst bij Lire. De rode woorden zijn vormen van het onregelmatige werkwoord être (=zijn). 

Vertaal de zinnen uit de tekst.

Je suis un ami de Romain.

Paris est la capitale de France.

ik
jij
hij
zij
men/we
wij
jullie/u
zij(m)
zij (v)

Les pronoms personnels

- persoonlijk voornaamwoorden.

Je

Elles

Nous

il

Tu

Elle

Vous

ils

On

Je suis

1. ik ben
2. jij bent
3. wij zijn
4. hij is

Nous sommes

1. ik ben
2. hij is
3. wij zijn
4. jullie zijn

Il ... gentil.

1. est
2. es
3. êtes
4. sont

Elles ... au collège.

1. sommes
2. est
3. sont
4. êtes

etre

=

 zijn

Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

je/j'

es

sont

est

êtes

sommes

suis

Vertaal: Hij is Frans.

Fini!

Ruim je chromebook op en pak je lesboek op pagina 17

Au travail!

Fait exercices 8C, D & E

á la page 18

Klaar? Leer de vocabulaire van apprendre 1, 2 & 3 op pagina 32/33

quizlet.com

Lesafsluiting

Welke nieuwe woorden heb je geleerd deze les?