§1.1 Hoe ontstond de industrie? deel 2

Welkom!
Ga op je plek zitten,
doe je telefoon in de telefoontas,
pak je ipad/boek alvast voor!
Log in op lessonup en volg de les.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Welkom!
Ga op je plek zitten,
doe je telefoon in de telefoontas,
pak je ipad/boek alvast voor!
Log in op lessonup en volg de les.

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1: 
Industrie wereldwijd
§1.1 Hoe ontstond de industrie? deel 1

Slide 2 - Slide

Lesplanning 
Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen: 

Uitleg van §1.1 Hoe ontstond de industrie? deel 2

Maak van §1.1 Hoe ontstond de industrie? vraag 5 t/m 11

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Slide 3 - Slide

Lesdoelen van deze les
  1. Wanneer werd de stoommachine uitgevonden?
  2. Noem 3 gevolgen waar de uitvinding van de stoommachine voor heeft gezorgd.
  3. Wat zijn de omstandigheden op de werkvloer na industriële revolutie?
  4. waardoor liep Nederland achter op de rest van de landen?

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog van de vorige keer?

Slide 5 - Mind map

Welke machine zorgde voor de start van de Industriële Revolutie?
A
De iPhone
B
De Playstation 1
C
De Spinmachine
D
De Stoommachine

Slide 6 - Quiz

Nieuwe energiebronnen
Stoommachine
Bij een stoommachine zorgt de stoomkracht ervoor dat de apparaten bewegen

Nieuwe energiebron: Steenkool en hout. Deze energiebronnen zorgden voor stoomkracht.

Stoommachine werd rond 1780 in Groot-Brittannië uitgevonden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Welk voordeel heeft een stoommachine in vergelijking met spierkracht?
A
Stoommachines zijn groter.
B
Stoommachines kunnen overal neergezet worden.
C
Stoommachines worden minder snel moe.
D
Je hebt minder mensen nodig.

Slide 9 - Quiz

Gevolgen  stoommachine
  • Bouw van fabrieken, door ondernemers. Machines zijn duur en te groot geworden.
  • Veel productie in korte tijd.
  • Goedkoop produceren, lage lonen
  • Huisnijverheid stopt; kunnen niet meer concurreren met de fabrieken.
  • Vervoer ging sneller!
  • De grote verandering van de manier van produceren heet de industriële revolutie

Slide 10 - Slide

Op de werkvloer
  • Machines doen het meeste werk
  • Mensen werken in fabrieken met machines.
  • Slechte en onveilige arbeidsomstandigheden, kinderarbeid.
  • Ondernemers werden werkgevers
  • werkgevers betaalden het liefst lage lonen aan de werknemers

Slide 11 - Slide

Een typische fabriek tijdens de Industriële Revolutie (Engeland)
Hoge schoorstenen
Vervuiling (steenkolen)
Stoom
Grote hallen

Slide 12 - Slide

Ook industrie in Nederland?
De industrie in Nederland liep in de 18e eeuw achter op andere landen:
  • het geld voor steenkool en ijzer of andere investeringen was op
  • ondernemers waren nog best tevreden met molens
  • er waren nauwelijks fabrieken
  • er was geen goede infrastructuur

Rond 1850 probeerde Koning Willem  de Nederlandse handel en industrie te ontwikkelen: 
  • aanleg van spoorlijnen, kanalen en bruggen zodat grondstoffen en producten beter vervoerd konden worden.


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Aan het werk
Wat: lees en maak van §1.1 Hoe ontstond de industrie? vraag 6 t/m 10

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: maak de keuzeopdrachten

Tijd: timer

timer
10:00

Slide 16 - Slide

Lesdoelencheck
  1. Wanneer werd de stoommachine uitgevonden?
  2. Noem 3 gevolgen waar de uitvinding van de stoommachine voor heeft gezorgd.
  3. Wat zijn de omstandigheden op de werkvloer na industriële revolutie?
  4. waardoor liep Nederland achter op de rest van de landen?

Slide 17 - Slide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 19 - Mind map