HA4: Historische letterkunde weetjesquiz

Historische letterkunde quiz 4H
Niet omdat het moet, maar omdat het kan.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Historische letterkunde quiz 4H
Niet omdat het moet, maar omdat het kan.

Slide 1 - Slide

Hoe noemen we de periode van 500-1500?

Slide 2 - Open question

'Hebban olla vogala, enz...'. Deze zin komt ongeveer uit:
A
500 n Chr.
B
1300 n Chr.
C
1100 n Chr.
D
1500 n. Chr.

Slide 3 - Quiz

Welke uitvinding van Gutenberg veranderde veel in Europa?
A
Boekdrukkunst
B
Bijbel in de volkstaal
C
Papier
D
Bibliotheken

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

We zien hier een scene uit:
A
Een voorhoofse ridderroman
B
Een hoofse ridderroman

Slide 6 - Quiz

Wie staat er bovenaan in de feodale piramide?
A
Koning
B
God
C
Kroonvazal

Slide 7 - Quiz

In de Renaissance was literatuur 'ter lering en vermaak'. Welke Latijnse term werd daarvoor gebruikt?
A
Utile dolce
B
Utile dominus
C
Utile datus
D
Utile dulci

Slide 8 - Quiz

Schrijvers bootsten graag klassieke werken na, dat dezen ze door: translatio, imitatio of
A
Aemulatio
B
Anderatio
C
Arsolatio
D
Alterlatio

Slide 9 - Quiz

Op het toneel zag men in de renaissance vooral:
A
Toespraken
B
Tragedies
C
Tragedies en komedies
D
Koren

Slide 10 - Quiz

Uit hoeveel bedrijven bestaat een klassieke tragedie en/of komedie?
(Vul een getal in.)

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Hoe heet deze dichtvorm?

Slide 13 - Open question

Hoe heet het rijmschema: aabbcc
A
Gepaard
B
Gekruist
C
Omarmend
D
Verspringend

Slide 14 - Quiz

Met wie trouwt Claartje in 'Warenar?
A
Reym
B
Rijckert
C
Ritseart
D
Rijst

Slide 15 - Quiz

Hoeveel strofen heeft Het Wilhelmus?
A
14
B
15
C
16
D
17

Slide 16 - Quiz

In de achtste strofe komt een bekend bijbelverhaal terug. Welk verhaal?
A
Abel en Kaïn
B
Adam en Eva
C
David en Saul
D
Romulus en Remus

Slide 17 - Quiz

De verlichting was in de ... eeuw
A
16de
B
17de
C
18de
D
19de

Slide 18 - Quiz

Wat is het bekendste gedicht van Hieronymus van Alphen?
A
De Pruimenboom
B
De Perzikboom
C
Een Gebroken Glas
D
De Spiegel

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Wie is dit?
A
P.C. Hooft
B
Willem van Oranje
C
Hieronymus van Alphen
D
Justus van Effen

Slide 21 - Quiz

Wat was zijn werk?
A
Stadhouder
B
Schrijver en journalist
C
Acteur en toneelschrijver
D
Drost van Muiden

Slide 22 - Quiz

Wie zijn Betje Wolf en Aagje Deken?
A
Schrijfsters van Reize door Apeland
B
Schrijfsters van opvoedkundige gedichten
C
Schrijfsters van Sara Burgerhart
D
Schrijfsters van De Spectator

Slide 23 - Quiz

Verliching
Romantiek
Briefroman
Imaginair reisverhaal
Historische roman
Science fiction
Spectatoriaal geschrift

Slide 24 - Drag question

Welke van de volgende begrippen hoort NIET bij de stroming romantiek?
A
Bohemien
B
Individualisme
C
Idealisme
D
Opvoeding

Slide 25 - Quiz

Welk van de volgende genres past heel goed bij de romantiek?
A
Briefroman
B
Komedie
C
Griezelverhaal
D
Essay

Slide 26 - Quiz

Wat is het pseudoniem van Eduard Douwes Dekker?

Slide 27 - Open question

Hoe noemen we een boek waarin verhalen ín het verhaal verteld worden?
A
Sprookjesboek
B
Raamvertelling
C
Briefroman
D
Novelle

Slide 28 - Quiz

Hoe heet de handelaar in koffie, waar het boek Max Havelaar bij begint?
A
Droogstoppel
B
Stern
C
Verbrugge
D
Adinda

Slide 29 - Quiz

middeleeuwen
verlichting

Slide 30 - Drag question

renaissance
romantiek

Slide 31 - Drag question

Welk cijfer ga je halen op de toets?
010

Slide 32 - Poll