Economie 3K Herhaling hoofdstuk 4

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Chris wil graag een huis huren en heeft een leuk huisje gevonden in Zwolle. Hij moet € 825 per maand aan huur betalen. Heeft Chris recht op huurtoeslag?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

De huurwoning van Peter is toe aan onderhoud. Het huis heeft een lekkage en heeft een nieuw dak nodig. Wie moet deze kosten betalen?
A
de huurder
B
de verhuurder

Slide 3 - Quiz

In welk document staan de gemaakte afspraken tussen de huurder en verhuurder?

Slide 4 - Open question

Een huurwoning met een maandelijkse huurprijs van € 815 behoort tot de
A
Vrije sector
B
Sociale huurwoning

Slide 5 - Quiz

Annelies biedt € 190.000 op het huis.Hoeveel zijn de bijkomende kosten in procenten van de aankoopprijs?

Slide 6 - Open question

Met wie neem je contact op als je een huis wilt bezichtigen?
A
Verkoper
B
Hypotheekverstrekker
C
Makelaar
D
Eigenaar van www.funda.nl

Slide 7 - Quiz

Welk soort belasting betaal je als je een huis koopt?
A
BTW
B
Accijns
C
Overdrachtsbelasting
D
Omzetbelasting

Slide 8 - Quiz

Wat is een ander woord voor transportakte?
A
Voorlopig koopovereenkomst
B
Definitieve koopovereenkomst

Slide 9 - Quiz

Waaruit bestaat een maandelijks hypotheekbedrag?
A
Aflossing
B
Rente
C
Aflossing en rente

Slide 10 - Quiz

Wat betekent Kadaster?

Slide 11 - Open question

In het jaar 2019 betaal je voor een gemiddelde huis € 302.157. In het jaar 2015 was dat nog gemiddeld € 230.194.

Bereken met hoeveel procent de huizenprijzen zijn gestegen. Rond af op een decimaal.

Slide 12 - Open question

Evert krijgt een taxatieverslag van zijn woning toegestuurd door de gemeente. De gemeente heeft de woning op € 182.000 getaxeerd en vraagt 0,1085% per jaar aan belasting over dit bedrag.

Hoeveel onroerendezaakbelasting betaalt hij in een jaar (afronden op euro’s naar beneden)?

Slide 13 - Open question

Sjoerd heeft een hypotheek op zijn huis. Hij heeft gekozen voor een variabel rentepercentage en dus niet voor een rentevaste periode.

In welke situatie heeft hij voordeel van deze beslissing? Kies uit onderstaande mogelijkheden:

A
als de huizenprijzen dalen
B
als de huizenprijzen stijgen
C
als de rentepercentages van de hypotheken dalen
D
als de rentepercentages van de hypotheken stijgen

Slide 14 - Quiz

Marlies kan kiezen uit verschillende soorten hypotheek. Ze kiest voor een hypotheek waarbij de aflossing elke maand gelijk is en de rente steeds afneemt. Hoe noemen we deze hypotheekvorm?

Slide 15 - Open question

De kozijnen van het huis dat Sjoerd huurt moet binnenkort vervangen worden.

Wie betaalt deze kosten?
A
Huurder
B
Verhuurder

Slide 16 - Quiz

Welke woonlasten horen bij huurwoning? En welke bij koopwoning?
Huurwoning
Koopwoning
Huur
Hypotheeklasten
Nieuwe dakpannen
Premie opstalverzekering

Slide 17 - Drag question

Erik heeft vijf jaar geleden voor € 200.000 een huis gekocht en verkoopt vijf jaar later het huis met 40% winst. Hij heeft € 25.000 afgelost op zijn hypotheek van € 200.000. Erik heeft inmiddels een ander huis gekocht voor € 340.000.

Hoeveel moet Erik van de bank nog lenen om het huis te kunnen kopen?

Slide 18 - Open question

Ron moet 2,75 ‰ van de waarde betalen als premie. De waarde van zijn spullen bedraagt € 5.000 . Hoeveel moet Ron betalen aan premie? Geef de
berekening.

Slide 19 - Open question

Mevrouw Beuker heeft voor haar woonhuis een opstalverzekering gesloten. Het verzekerd bedrag is € 210.000. Na een brand is er een schade van € 40.000 aan het huis. De verzekeraar taxeert de herbouwwaarde van het woonhuis op € 300.000.

Bereken welk bedrag door de verzekeraar wordt vergoed? Laat je berekening zien.

Slide 20 - Open question

Welke verzekering is verplicht?
A
Inboedelverzekering
B
AVP verzekering
C
Reisverzekering
D
Zorgverzekering

Slide 21 - Quiz

De familie Polder heeft een nieuw huis gekocht en ze zijn er erg blij mee. Ze moeten hun huis nog wel verzekeren. Welke verzekering moet het gezin Polder nemen, als ze hun woning willen verzekeren tegen brand- en stormschade?
A
Aansprakelijkheidsverzekering
B
Opstalverzekering
C
Inboedelverzekering
D
WA verzekering

Slide 22 - Quiz