3mavo - spellingquiz

Spelling
in een zakelijke e-mail
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Spelling
in een zakelijke e-mail

Slide 1 - Slide

Welke onderdelen van spelling zou je willen oefenen?

Slide 2 - Mind map

Welke spellingsregel vind je nog lastig?
Werkwoordspelling
Samenstellingen
Woorden met apostrof, trema, koppelteken
Verwijswoorden en voornaamwoorden
Hoofdletters en leestekens

Slide 3 - Poll

Welke aanhef is correct?
A
Geachte Jan de Wit,
B
Geachte meneer de Wit,
C
Geachte heer De Wit,
D
Geachte Heer De Wit,

Slide 4 - Quiz

Welke groet is correct?
A
Met vriendelijke groet,
B
Met vriendelijke groeten,
C
Hartelijke groeten,
D
Tjalas!

Slide 5 - Quiz

Ik geef het boek aan .... zusje.
A
me
B
mijn

Slide 6 - Quiz

Het boek is van ....
A
u
B
U
C
uw
D
Uw

Slide 7 - Quiz

Dat is toch ... boek?
A
u
B
U
C
uw
D
Uw

Slide 8 - Quiz

Er ........... een klacht ingediend.
A
werd
B
werdt
C
werden

Slide 9 - Quiz

op een dinsdag in maart zag alex een eik langs de rijn staan.
Hoeveel hoofdletters?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 10 - Quiz

mijn neven uit groningen zijn dol op fries suikerbrood van de lidl.
Hoeveel hoofdletters?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 11 - Quiz

Aan elkaar of los?

werkweek / werk week
A
aan elkaar
B
los

Slide 12 - Quiz

Aan elkaar of los?

lagescore / lage score
A
aan elkaar
B
los

Slide 13 - Quiz

Aan elkaar of los?

Ik heb het verslag ...
A
afgemaakt
B
af gemaakt

Slide 14 - Quiz

Aan elkaar of los?

Wat ligt ... de tafel?
A
erop
B
er op

Slide 15 - Quiz

Aan elkaar of los?

........... kom ik niet naar school!
A
Hiervoor
B
hier voor

Slide 16 - Quiz

Juist gespeld?

oorlogschip
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Juist gespeld?

Er is een ongeluk GEBEURD.
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Juist gespeld?

Een ongeluk GEBEURD snel.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Juist gespeld?

Daar WORDT je niet gelukkig van.
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Juist gespeld?

Daar WORDT je manager boos om.
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Waar hoort de komma?

Ga snel want de trein vertrekt zo.
A
want, de
B
snel, want
C
snel ,want
D
geen komma

Slide 22 - Quiz

Waar hoort de komma?

Luister goed en doe mij na.
A
goed, en
B
goed en,
C
goed ,en
D
geen komma

Slide 23 - Quiz

Wat is juist?

A
's morgens
B
s' morgens
C
s-morgens
D
s morgens

Slide 24 - Quiz

Wat is juist?

A
'S middags
B
's Middags
C
s-Middags
D
S middags

Slide 25 - Quiz

Hoe ging deze spellingsquiz?
Goed, ik had (bijna) alles goed
Ruim voldoende, ging wel prima
Voldoende, meer dan de helft goed
Matig, blijft punt van aandacht
Onvoldoende, ik moet nog flink oefenen

Slide 26 - Poll