Ik kan werkwoorden in de tegenwoordige tijd en in voltooid deelwoord foutloos spellen, ook als ze hetzelfde klinken.
Slide 4 - Slide
Huiswerk bespreken
Opdracht 1, 2, 4 en 5 van blz. 240/241
Slide 5 - Slide
Lesdoel
1. Ik kan me voorbereiden op de toets die gaat over formuleren en werkwoordspelling.
Slide 6 - Slide
Formuleren
1. Ik kan op de juiste manier verwijzen naar personen en dingen.
2. Ik kan op de juiste manier verwijzen naar bezit.
3. Ik kan verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
4. Ik kan samengestelde zinnen schrijven.
Slide 7 - Slide
Verwijswoorden
De (m)(v) = deze, die
Het (o) = dit, dat
Meervoud (mv) = deze, die
Slide 8 - Slide
Nog meer verwijswoorden
Het-woorden(onzijdig)= het, zijn, dat, dit
De-woorden(mannelijk)= hij, hem, zijn, die, deze
De-woorden(vrouwelijk)= zij/ze, haar, die, deze
Meervoud= zij/ze, hun, die, deze
Slide 9 - Slide
Bezittelijk voornaamwoorden
ik = mijn
hij = zijn
zij = haar
het = zijn
wij = onze
jullie = jullie
ons = onze
Slide 10 - Slide
Samengestelde zinnen
Een samengestelde zin heeft 2 persoonsvormen en wordt aan elkaar vastgeplakt door een voegwoord.
Slide 11 - Slide
Hoe maak ik een samengestelde zin?
1. Gebruik een voegwoord om van twee zinnen één zin te maken.
2. Zet een komma voor het voegwoord (behalve voor en & of)
3. Controleer de woordvolgorde in de zin.
Slide 12 - Slide
Werkwoordspelling
1. De persoonsvorm
2. Tegenwoordige tijd
3. Verleden tijd
4. Verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden
5. Voltooid deelwoord
Slide 13 - Slide
Opdracht
Maak de opdracht met het krantenartikel.
timer
20:00
Slide 14 - Slide
Lesdoel
Ik kan me voorbereiden op de toets over formuleren en werkwoordspelling.
Slide 15 - Slide
Huiswerk
Leer de groene vakjes goed: blz. 216 t/m 223 gaan over formuleren. In elke paragraaf staat een groen vak met theorie. Om dit te leren, kun je deze samenvatten. Om te oefenen, kun je de opdrachten maken en Numo oefenen.
Ook blz. 238 t/m 241 zijn belangrijk. Deze gaan over werkwoordspelling. Ook hiervoor kun je Numo gebruiken. Lees de groene theorievakjes goed.