Vragenuurtje?

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Planning

• Absentie
• Vragen?
• Opdracht
• Korte terugblik: quiz 
• Uitleg paragraaf 4 
• Les afsluiten 

Vragen over paragraaf 1, 2 en 3?

Opdracht

• Zometeen krijgen jullie een aantal vragen
• Jullie hebben ongeveer 10 minuten de tijd om antwoorden op te schrijven
• Je mag het boek en internet gebruiken
• Je mag met degene naast je overleggen
• Maar wel zacht spreken en alleen over de opdracht!
• Anders iedereen stil voor zichzelf
• Vragen? 

Opdracht

• Noem 2 voorbeelden van verbeteringen in de landbouw rond 1750
  
• Wat betekent infrastructurele revolutie?
  
• De Industriële Revolutie kon niet zonder de infrastructurele revolutie, omdat..?
  
• Waar of niet waar: ''België was een land dat snel veel industrie kreeg''

H4.3 Nederland in 1848

Tijdvak van Burgers en Stoommachines

Weet je het nog?

Geef twee voorbeelden van slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders

Wat is de armste klasse in de klassenmaatschappij?

1. De ondernemersklasse
2. De derde stand
3. De arbeidersklasse
4. De middenklasse

Waarom kwamen de arbeiders niet in opstand tegen hun slechte werkomstandigheden?

1. Ze waren bang om ontslagen te worden
2. Ze werden bedreigd met lijfstraffen
3. Ze moesten zoveel werken dat ze daar geen energie voor hadden
4. Hun baas was meestal een kennis. Dat deed je niet

• Je kunt enkele belangrijke kenmerken noemen van het Koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1848.
• Je kunt uitleggen welke idealen de liberalen hadden op politiek en economisch gebied.
• Je kunt uitleggen waarom er in 1848 een nieuwe grondwet kwam.

Leerdoelen

Nederland 1815 - politiek

• 1813: Napoleon verslagen 

• NL + BE + LUX samengevoegd als sterk front tegen Frankrijk (tot 1830)
  
• Nederland wordt een constitutionele monarchie 
• Koning Willem I heeft de macht
• Parlement (eerste + tweede kamer) is niet democratisch
  

Nederland 1815 - economisch

• Het Koninkrijk der Nederlanden loopt economisch achter in Europa
• Nog geen fabrieken in het noorden (huidige NL)
• Koning Willem I wil economie verbeteren
  
• Vooral verbeteringen in de infrastructuur (kanalen/wegen/spoorweg)
  

Liberalen

• Liberalen: aanhangers van het liberalisme. Met name rijke burgers. 
• Vrijheid van het individu staat centraal
• Willem I besloot bijna alles alleen. Liberalen willen meer inspraak voor het volk. Geloven in idealen van de Franse Revolutie.
  
• Zijn voor economische vrijheid: 'handel en economie groeien alleen zonder politieke bemoeienis'
  

De Grondwet van 1848

• 1840: Willem I overlijdt --> Willem II volgt hem op
• 1848: in heel Europa breken rellen uit, tegen honger en voor meer inspraak in bestuur
  
• Willem II  bang voor rellen in NL --> vraagt Thorbecke nieuwe grondwet te schrijven
  
• Willem II: In één nacht van conservatief naar liberaal

De Grondwet van 1848

• Parlement is de baas, niet de koning
• Parlement kiest en ontslaat ministers
  
• Rijke mannen kiezen vertegenwoordigers = censuskiesrecht 
• Nederland wordt een parlementaire democratie
  

Begrippen uit deze les

• Parlement
• Liberaal
• Liberalisme
• Kiesrecht
• Parlementaire democratie
• censuskiesrecht
• constitutionele monarchie
• conservatief
  

Opdracht

• Schrijf twee dingen op die je hebt geleerd
• Schrijf één ding op dat je nog niet begrijpt