14.3 zenuwstelsel

14.3 zenuwstelsel
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

14.3 zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

hoe werkt deze 'les op afstand'
1. zorg ervoor dat je voordat je start de paragraaf hebt gelezen
2. lees de leerdoelen en succescriteria
3. bekijk alle uitlegdia's en uitlegvideo's
4. controleer jezelf door de vragen en oefeningen tussendoor te doen
5. maak aan het einde de verwerkingopdrachten en controleer of je de leerdoelen hebt behaald (voldoe je aan de succescriteria)
6. nog niet behaald = terug naar de stof/ uitlegvideo's en/of zoek hulp
7. geef aan (vraag in laatste dia's) of er extra ondersteuning nodig is van mij tijdens een contactmoment

Slide 2 - Slide

14.3 leerdoelen
Ik kan
  • de indeling, bouw en functie van het zenuwstelsel uitleggen
  • uitleggen hoe een bewuste beweging tot stand komt
  • uitleggen hoe het zenuwstelsel impulsen geleidt 
  • uitleggen wat de functies zijn van de hersenen
  • uitleggen hoe een reflex werkt


Slide 3 - Slide

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: animaal en autonoom zenuwstelsel, zenuwen, senosorische-/ motorische-/ schakelcellen, ortho- en parasympatisch, grote/ kleine hersenen, hersenstam, hersenschors, centrale en perifere zenuwstelsel, sensorische en motorisch centrum, primair en secundair centra, dendriet, axon, cellen van Schwann, sprongsgewijze geleiding, synaps, neurotransmitter, reflexboog, aangeleerde en aangeboren reflex, meyline(schede).


  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen

  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken

Slide 4 - Slide

leerdoel
Ik kan de indeling, bouw en functie van het zenuwstelsel uitleggen

Slide 5 - Slide

zenuwstelsel
autonoom en animaal zenuwstelsel

orthosympatische en parasympatisch zenuwstelsel



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Autonoom betekent onafhankelijk. Waarvan is het autonoom zenuwstelsel onafhankelijk?

Slide 8 - Open question

De pupilreflex wordt aangestuurd door het
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel

Slide 9 - Quiz

Je beweegt je ogen naar links. Dit wordt aangestuurd door..
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel

Slide 10 - Quiz

Na een tennisgame van een uur zit Leon uitgeput op de bank. Welk zenuwstelsel is nu actief?
A
parasympatische zenuwstelsel
B
orthosympatische zenuwstelsel

Slide 11 - Quiz

Wat betekent het voor de longen en het hart wanneer het parasympatische zenuwstelsel actief is?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Link

leerdoel
Ik kan uitleggen wat de functies zijn van de hersenen

Slide 14 - Slide

CZ en perifeer
CZ = centrale zenuwstelsel
- grote hersenen
- kleine hersenen
- hersenstam
- ruggenmerg

perifeer zenuwstelsel
- alle zenuwen in het lichaam

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

hersenschors

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

leerdoel
Ik kan uitleggen hoe een bewuste beweging tot stand komt
Ik kan uitleggen hoe het zenuwstelsel impulsen geleidt 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

leerdoel
Ik kan uitleggen hoe een reflex werkt

Slide 28 - Slide

reflex
een verkorte route van een impuls om
1. je lichaam te beschermen
2. processen automatisch te laten verlopen

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link

bekijk de volgende uitlegvideo's (volgende 2 dia's)

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: animaal en autonoom zenuwstelsel, zenuwen, senosorische-/ motorische-/ schakelcellen, ortho- en parasympatisch, grote/ kleine hersenen, hersenstam, hersenschors, centrale en perifere zenuwstelsel, sensorische en motorisch centrum, primair en secundair centra, dendriet, axon, cellen van Schwann, sprongsgewijze geleiding, synaps, neurotransmitter, reflexboog, aangeleerde en aangeboren reflex, meyline(schede).


  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen

  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken

Slide 36 - Slide

aan de slag
1. maak een begrippenlijst
2. maak de oefentoetsen op de volgende 3 dia's
3. maken en nakijken opgaven 14.3

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 
Vul op de laatste dia in of je behoefte hebt aan een contactmoment met de docent. 

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link

Slide 40 - Link

Ik heb behoefte aan een contact moment met de docent omdat ik (nadat ik alles heb gedaan in de lesson-up) nog vragen heb.
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quiz