*Past simple (verleden tijd) and Present perfect (voltooid tegenwoordige tijd)
*Past simple: in het verleden gebeurd, nu afgelopen
I watched the World Championships yesterday
*Present perfect: verleden begonnen en nog aan de gang of merkbaar en bij ervaringen tot nu toe
I can't pay for my food because I have lost my wallet
I've lived here all my life.
She has already seen this movie 5 times