This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
KB3 Bijles
Week 7 november
2 video's : consumentenwetten
uitleg procentrekenen: Meneer M.
Slide 1 - Slide
1. Om inkomen omrekenen van weken naar maanden doe je door het inkomen te:
A
x 4
B
x 52 : 12
C
X 12 : 52
D
: 4
Slide 2 - Quiz
vr. 2. € 10 per week omrekenen naar een maand bedrag doe je zo:
A
€10 x 4
B
€10 x 52 : 12
C
€10 x 12 : 52
D
€10 x 4,3
Slide 3 - Quiz
3. Hoe moet je een getal van WEEK naar MAAND omrekenen?
A
x52 ÷ 12
B
x4
C
x52 ÷ 4
D
÷12 x 52
Slide 4 - Quiz
4. Een broek was €35,- en is verhoogt naar €40,- Bereken de procentuele stijging?
A
35/40*100=87,5%
B
(40-35)/35*100=14,3%
C
(35-40)/40*100=12,5%
D
anders
Slide 5 - Quiz
5. De ontvangsten van de Rijksoverheid waren: € 268 miljard in 2015 € 275 miljard in 2018
Bereken de procentuele stijging ...
A
97,5 %
B
2,6%
C
2,5%
D
Anders
Slide 6 - Quiz
7. De prijs wordt verhoogd van € 11,- naar €11,50. Wat is de procentuele stijging?
A
€ 0,50
B
5 procent
C
4,55%
D
4,35%
Slide 7 - Quiz
inflatie
deflatie
prijsstijging
prijsdaling
koopkracht stijgt
kookkracht daalt
Slide 8 - Drag question
Sleep de omschrijvingen naar het juiste begrip.
Leerdoel 22
5 p's
Plaatsbeleid
Presentatiebeleid
Marketingmix
Waar kun je het product kopen?
Wat voor uitstraling heeft de winkel?
Slide 9 - Drag question
10. Plaats de afbeeldingen bij de juiste P in de marketingmix
Plaats
Prijs
Product
Promotie
Slide 10 - Drag question
Logo
Marketingmix
afbeelding waaraan je een merk of een bedrijfsnaam herkent
De combinatie en afstemming van marketinginstrumenten die door een organisatie wordt gebruikt om één of meer doelgroepen te benaderen. Vaak onderscheidt men vier P’s: Product, Plaats, Promotie en Prijs.
Een groep van mogelijke afnemers van een product of dienst waarop de marketingcommunicatie zich richt.
Doelgroep
Slide 11 - Drag question
12. Wanneer noemen wij een product schaars ?
Slide 12 - Open question
13. Noem 3 vrije producten.
Slide 13 - Open question
15. Maak het schema van de woningmarkt op papier, fotografeer deze en stuurde foto op. ..
Slide 14 - Open question
16. Waarom geldt de Colportagewet hier niet, want deze wet geldt alleen...:
A
bij aankoop van diensten en niet bij goederen
B
bij aankopen boven de €50
C
bij verkopen op straat en tijdens bus- en bootreizen
Slide 15 - Quiz
17. De wet kopen op afstand beschermt de:
A
particuliere klant
B
zakelijke klant
C
particuliere en zakelijke klanten
D
website eigenaar en zakelijke klanten
Slide 16 - Quiz
18. Hoeveel dagen bedenktijd heeft de consument volgens de Wet Koop op afstand?
A
7 dagen
B
14 dagen
C
21 dagen
D
30 dagen
Slide 17 - Quiz
19. Je hebt recht op een deugdelijk product. Wat is een deugdelijk product?
A
Het product moet bij normaal gebruik voldoen aan de verwachtingen die ervan mag hebben
B
Het product moet altijd van de beste kwaliteit zijn
C
Bij verkeerd gebruik moet product blijven functioneren
Slide 18 - Quiz
20. Welk product is geen voorbeeld van een merkreclame?